Als verklaring voor het hoge aantal mensen met een arbeidsbeperking in Groningen noemt het UWV de invloed van factoren als ongezondere leefstijl en een lager opleidingsniveau. Mensen in Groningen leven ongezonder. Ze roken meer, waardoor het risico op een kind met gezondheids- en gedragsproblemen toeneemt. Ook noemt het UWV een laag opleidingsniveau als risicofactor voor gezondheidsproblemen. 'Bij laag opgeleide vrouwen is er significant vaker sprake van vroeggeboorten, laag geboortegewicht, aangeboren misvormingen en perinatale sterfte.'

Volgens Lex Burdorf, hoogleraar volksgezondheid aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam, is het niet aannemelijk dat de regionale verschillen in de toekenning van een Wajong-uitkering te verklaren zijn door verschillen in leefstijl en sociaaleconomische status van de mensen. Uit cijfers van het CBS en het Verwey Jonker Instituut blijkt dat de zuigelingensterfte in Groningen op het landelijk gemiddelde ligt. Ook het aantal baby's dat in een ziekenhuis wordt opgenomen vanwege een aangeboren afwijking ligt dicht bij het landelijk gemiddelde. Het is dus onaannemelijk dat het percentage Wajongers in Groningen zoveel groter is door vroeggeboorten en dergelijke.

De uitkeringsinstantie ontkent dat het hoge percentage Wajongers een gevolg is van de hoge werkloosheid, waardoor het voor de UWV voordeliger wordt om mensen een lichte beperking een Wajong-uitkering toe te kennen. Door jongeren als arbeidsbeperkt aan te merken, helpt het UWV gemeenten die het moeilijk hebben met het hoge aantal werklozen. Deze gemeenten hebben vaak het geld niet voor veel bijstandsuitkeringen. Dan is de Wajong een uitkomst, aangezien die door het Rijk wordt bekostigd.

© Nationale Zorggids