Mensen met arbeidsbeperking hebben steeds minder vaak betaald werk
Mensen met een arbeidsongeschiktheidsuitkering of arbeidshandicap hebben steeds minder vaak betaald werk. En als zij betaald werk hebben, voelen ze zich vaker gepest. Bovendien ervaren ze minder mogelijkheden om door te groeien, zo blijkt uit onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau over de periode 2008 tot 2014.
Het aandeel mensen met een gedeeltelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering dat betaald werk heeft, daalde in de periode 2008-2014 van 56 procent naar 43 procent. Dit kan komen doordat werkgevers in crisistijd minder geneigd waren mensen met een beperking aan te nemen of in dienst te houden. Ook de samenstelling van de groep arbeidsongeschikten veranderde: meer mensen hebben een psychische aandoening of zijn al langere tijd arbeidsongeschikt. De arbeidsdeelname van personen die geen recht hebben op een arbeidsongeschiktheidsuitkering, maar wel een arbeidshandicap hebben, daalde ook van 60 procent in 2009 naar 46 procent in 2014.
De overheid wil dat meer mensen betaald werk verrichten. Voor veel mensen is hun gezondheid een reden om niet te werken, ook voor mensen die niet in aanmerking komen voor een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Wanneer de arbeidsongeschikten buiten beschouwing blijven, heeft één op de tien personen van 15 tot 65 jaar een arbeidshandicap. Dat wil zeggen dat hun gezondheid hen belemmert om werk te krijgen of te behouden. Ook voor mensen die geen recht hebben op een arbeidsongeschiktheidsuitkering is een slechte gezondheid een belangrijk motief om niet aan het werk te gaan.
Twee derde van de werknemers met een zichtbare aandoening of beperking is tevreden met het werk dat ze doen. Wel zijn mensen met een zichtbare aandoening of beperking minder vaak tevreden met hun werk dan mensen zonder aandoening. Gevoelens van ontevredenheid hangen samen met de omstandigheden op de werkvloer. Zo hebben mensen met een zichtbare aandoening of beperking vaker te maken met pesten op de werkvloer dan werkenden zonder zichtbare aandoening. Ook ervaren ze hun kansen op het werk als minder. Het gaat dan bijvoorbeeld om verdiensten, promotiekansen, ontwikkelingsmogelijkheden en opleidingsmogelijkheden. Hoewel arbeidsbeperkten zich vaker achtergesteld of gepest voelen op het werk, gaan ze minder vaak op zoek naar ander werk. Mogelijk dat zij hun kansen op een andere baan als geringer inschatten.
Door: Redactie Nationale Zorggids