
Hoger risico op Parkinson bij volwassenen met 22q11.2-deletiesyndroom
Volwassenen met het 22q11.2-deletiesyndroom (22q11.2DS) hebben een sterk verhoogd risico op de ziekte van Parkinson. Uit een internationaal onderzoek onder 856 volwassenen blijkt dat bijna 1 op de 50 Parkinson heeft, ruim 25 keer vaker dan in de algemene bevolking. Bij mensen van 50 jaar en ouder loopt dit zelfs op tot 1 op de 7 (14 procent). De eerste klachten ontstaan gemiddeld op 45-jarige leeftijd, terwijl dat bij de algemene bevolking meestal pas na 60 jaar gebeurt. Dit meldt ’s Heeren Loo.
De onderzoekers adviseren om alle volwassenen met 22q11.2DS vanaf 40 jaar regelmatig te controleren op Parkinsonsymptomen. Vroege opsporing maakt een tijdige start met behandeling mogelijk, wat de kwaliteit van leven aanzienlijk kan verbeteren.
Alert op symptomen
Voor mensen met 22q11.2DS, hun zorgverleners en naasten is het belangrijk om alert te zijn op symptomen zoals trage bewegingen, stijve spieren en in sommige gevallen trillingen in handen of benen. Omdat sommige medicijnen, zoals antipsychotica, vergelijkbare klachten kunnen geven, is overleg met een neuroloog gespecialiseerd in bewegingsstoornissen aan te raden bij twijfel.’
Ongeveer 1 op de 2.000 pasgeborenen hebben 22q11.2DS. Hiermee is het een van de meest voorkomende oorzaken van een verstandelijke beperking. In Nederland leven enkele duizenden mensen met deze aandoening.