Amsterdam past beleid rondom toekenning huishoudelijke hulp niet aan
De gemeente Amsterdam past haar beleid rondom de toekenning van huishoudelijk hulp voorlopig niet aan. Vorige maand oordeelde de Amsterdamse rechtbank dat de manier waarop de gemeente huishoudelijke hulp toekent en uitvoert in strijd is met de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Echter vindt wethouder Van den Burg het nog te vroeg om maatregelen te treffen naar aanleiding van de uitspraak. Dat meldt Binnenlands Bestuur.
Amsterdam beoordeelt sinds januari vorig jaar of iemand recht heeft op ondersteuning in huishoudelijke hulp. Er wordt hierbij niet naar het aantal uren gekeken, maar naar een resultaat zoals een ‘schoon en leefbaar huis’. Echter om dit resultaat te bereiken, moet de hulpbehoevende zelf in overleg met de zorgaanbieder. Indien zij er samen niet uitkomen, kan de hulpvrager daartegen geen bezwaar indienen bij de gemeente. Volgens Cliëntenbelang is dit in strijd met de Wmo. Daarom stapte het afgelopen winter naar de rechtbank. “In de Wmo staat dat de gemeente moet bepalen hoeveel hulp iemand nodig heeft om een gestructureerd huishouden te kunnen voeren. Amsterdam legt deze verplichting bij de zorgaanbieders neer”, zei juridisch adviseur Christiaan Dol van Cliëntenbelang Amsterdam in februari.
Ook de rechter zegt dat deze verantwoordelijkheid bij de gemeente ligt en niet bij de zorgaanbieder. De gemeente dient de rechten en plichten van de cliënt vast te stellen. Het resultaat ‘schoon en leefbaar huis’ is sterk afhankelijk van de omstandigheden en dat dient per individueel geval bekeken te worden. De gemeente moet vaststellen wat dit recht precies inhoudt. “Dat is hier ten onrechte niet gebeurd”, oordeelt de rechtbank. Volgens de gemeente Amsterdam is het indicatieadvies een onderdeel van de beschikking. Daarin wordt aangegeven wat de hulpbehoevende kan en niet kan en waar deze ondersteuning voor nodig heeft. Amsterdam meent dat dat voldoende was, maar de rechtbank is hier niet van overtuigd. “De gemeente Amsterdam heeft de rechtbank echter niet weten te overtuigen dat met de indicatiestelling en beschikking voor ‘schoon en leefbaar’ de rechtspositie van de client voldoende is gewaarborgd.”
Als Amsterdam besluit niet in hoger beroep te gaan, komt er een impactanalyse van de gevolgen van de aanpassing van de toegangsprocedure tot de thuishulp. Wethouder Van den Burg meent dat deze analyse en procedure er alleen maar voor zorgt dat het een langer en kostbaarder proces wordt.
©Nationale Zorggids