Een deel van de jongvolwassenen vindt het na de coronaperiode moeilijk om de draad weer op te pakken. Dat blijkt uit verdiepende interviews over hun mentale gezondheid naar aanleiding van de Corona Gezondheidsmonitor Jongvolwassenen 2022. De belangrijkste verklaring is volgens hen zelf dat er lange tijd een gebrek aan sociale contacten was. Dit meldt RIVM.
Ook geven de geïnterviewden aan dat ze verlangen om gezien en gehoord te worden: dat iemand daadwerkelijk interesse toont in hoe zij zich voelen. Zo vertelt iemand:
“We hebben het er [over corona en de gevolgen] eigenlijk nooit meer over. Ook niet op school, of thuis. Terwijl, als we het er hier zo over hebben, iedereen merkt er nog wat van en het gaat ook niet altijd even goed. Ik denk dat dit soort gesprekken er veel meer moeten zijn.”
Erkenning
Naast het benoemen van hun problemen tijdens en na de coronacrisis hebben de geïnterviewden ook tips voor professionals die met hun leeftijdsgenoten werken. Zo is het belangrijk om te erkennen dat de coronaperiode voor jongvolwassenen een heftige periode is geweest en dat zij in hun ontwikkeling zijn geremd. Velen worstelen nog steeds met de nasleep van deze periode.
Toegankelijke hulp
Daarnaast vinden de deelnemers dat hulp laagdrempelig en goed vindbaar moet zijn. Ze geven aan vooral hulp nodig te hebben bij het wegwerken van achterstanden en de terugkeer naar ‘normaal’. Denk hierbij aan het werken aan sociale vaardigheden en netwerken, werken aan mentale problematiek en het tegengaan van eenzaamheid.
Supportgroep
Tot slot geven de geïnterviewden aan dat ze behoefte hebben aan sociale activiteiten, waarin ze elkaar kunnen ontmoeten en in gesprek gaan. Waarbij ze ervaren dat ze niet enige zijn die last hebben van de gevolgen van de coronaperiode. Dit kan op verschillende manieren: online, offline, in de vorm van een praatgroep of juist een sportieve of creatieve activiteit. Hoe breder het aanbod aan activiteiten, hoe meer jongvolwassenen zich aangesproken voelen.
Door: Nationale Zorggids