Kinderen mogen met een snottebel naar school, als ze een negatieve testuitslag hebben. Daarvoor hoeven ze niet naar de teststraat van de GGD omdat een negatieve zelftest ook volstaat, laat demissionair minister Arie Slob (Onderwijs) weten.
Het zogeheten 'snottebellenbeleid' werd vorige week aangescherpt door het kabinet. Kinderen van 4 tot en met 12 jaar moeten nu ook met lichte verkoudheidsklachten thuisblijven, terwijl zij daarmee eerder nog naar school mochten. De maatregel moet eraan bijdragen dat het aantal coronabesmettingen in het onderwijs terugloopt. Kinderen bleken relatief vaak het coronavirus bij zich te dragen.
Ook moet het onlangs aangescherpte beleid ervoor zorgen dat leerlingen nog naar school kunnen en het fysieke onderwijs kan doorgaan, aldus Slob. Het kabinet wil het onderwijs zo lang mogelijk openhouden, omdat leerlingen al kampen met achterstanden en psychisch leed door eerdere schoolsluitingen.
Kaalslag in klassen
De Volkskrant meldde vrijdag dat scholen vaak discussies hebben met ouders of kinderen al dan niet thuis moeten blijven. Ook zorgt de maatregel volgens de krant voor een "kaalslag" in de klassen omdat zo veel kinderen niet naar school kunnen. Slob erkent dat het vorige week aangescherpte snottebellenbeleid "niet leuk" is, maar volgens hem is het "helaas de situatie waar we nu in zitten".
Verder geldt het dringende advies aan kinderen in groep 6, 7 en 8 om zich twee keer per week te testen. Hiervoor heeft het kabinet voor de komende twee weken 2,4 miljoen zelftests beschikbaar gesteld voor scholen. Voor de kerstvakantie komt een volgende levering.
Door: ANP