In 2020 is 116 miljard euro uitgegeven aan zorg en welzijn, inclusief kinderopvang. Dat is 8,9 miljard euro (8,3 procent) meer dan in 2019. Dit bedrag is inclusief de zorgbonus en de compensaties die zorgaanbieders van verzekeraars en gemeenten kregen vanwege gederfde inkosten als gevolg van de coronacrisis, en ook inclusief de algemene steunmaatregelen waarvan zorgaanbieders gebruik gemaakt hebben. Door diverse effecten van de coronacrisis zijn deze uitkomsten met grotere onzekerheid omgeven dan in andere jaren. Dit meldt het CBS.
De coronacrisis is van grote invloed geweest op de zorguitgaven, waaronder financiële steun aan zorgverleners en de zorgbonus voor zorgmedewerkers. Naast de reguliere zorg zijn er grote uitgaven gedaan aan zorg voor covidpatiënten en zijn er extra kosten gemaakt vanwege Covid-19, onder andere aan medische beschermingsmiddelen (zoals mondkapjes) maar bijvoorbeeld ook voor extra opvang van dak- en thuislozen.
In totaal bedragen deze coronagerelateerde kosten naar schatting 2,3 miljard euro. Niet alle uitgaven die gedaan zijn in 2020 tellen mee. Daarnaast is in 2020 veel reguliere zorg uitgesteld of vervallen. Zorgaanbieders konden compensatie krijgen voor de weggevallen omzet. De omvang van deze steunmaatregelen is naar schatting 4,1 miljard euro. Het grootste gedeelte van dit bedrag komt voor rekening van de continuïteitsbijdrage binnen de Zorgverzekeringswet (2,8 miljard euro). Bovenop deze bedragen komen de zorgbonus (2,1 miljard euro) die is uitgekeerd aan zorgmedewerkers en de kosten van het testen op corona en overige kosten gemaakt voor de bestrijding van de pandemie (naar schatting 1,5 miljard euro).
Zorguitgaven in 2020 stijgen met 475 euro per persoon
In totaal werd via de overheid, verzekeringen en eigen betalingen in 2020 per persoon gemiddeld 6660 euro uitgegeven aan zorg. Dat is ongeveer 475 euro meer dan in 2019. Door de extra uitgaven vanwege de coronacrisis zijn de overheidsuitgaven aan zorg en welzijn per persoon gestegen met 28 procent, circa 340 euro. De gemiddelde uitgaven aan de verplichte verzekeringen – zorgverzekering en de Wet langdurige zorg (Wlz) – stegen met respectievelijk 80 euro (3 procent) en 110 euro (9 procent). De gemiddelde eigen betalingen (direct of via eigen risico en bijdragen) kwamen bijna 40 euro (6 procent) lager uit. De daling van de eigen betalingen heeft onder andere te maken met een daling van het gemiddeld aantal contacten per inwoner met, bijvoorbeeld, de fysiotherapeut en de tandarts met respectievelijk 11 procent en 17 procent.
Door: Nationale Zorggids