In één maand tijd is het percentage donors met antistoffen tegen het coronavirus gestegen van 21 procent naar 32 procent. Dat is de grootste stijging tot nu toe sinds Sanquin periodiek de antistoffen meet. Professor Hans Zaaijer van Sanquin meldde dat maandagavond in Nieuwsuur, zo meldt Sanquin.
Er is een zeer sterke stijging te zien bij donors van 61 tot 70 jaar, die wordt veroorzaakt door de vaccinatie bij die groep. Het percentage ligt daar inmiddels boven de 40 procent. De donors van 71 jaar en ouder blijven nog iets achter maar stegen snel naar ongeveer 35 procent. “Het is mooi om de vaccinaties zo goed terug te zien bij de donors. Aan de andere kant zien we dat de antistoffen bij donors van 18 – 30 jaar ook gestaag verder stijgen, naar boven de 30 procent, maar dat komt door voortgaande besmettingen.”
Vaccinatie zorgpersoneel
Het verschil in seroprevalentie tussen mannen en vrouwen dat Sanquin vorige maand vond, is na het onderzoek van deze maand toe te schrijven aan vaccinatie van zorgpersoneel. Sanquin onderzocht bij de donors of de antistoffen veroorzaakt werden door doorgemaakte infectie of door vaccinatie. Na echte infectie maak je antistoffen tegen meer onderdelen van het virus dan na vaccinatie. Dat verschil is tamelijk eenvoudig te meten. “Er werken in Nederland veel meer vrouwen in de zorg dan mannen, dat zie je terug in onze cijfers. Het verschil tussen mannen en vrouwen met antistoffen wordt keurig verklaard door vaccinatie van zorgmedewerkers.”
Groepsimmuniteit
Een seroprevalentie van 32 procent is nog niet genoeg voor de groepsimmuniteit waarbij de uitbraak spontaan uitdooft. Daarvoor moet bij de huidige varianten van Covid19 een immuniteit van ongeveer 67 procent bereikt worden. Het percentage gaat door de vaccinaties gelukkig snel omhoog.
Door: Nationale Zorggids