Al meer dan 21 procent van Nederlandse donors hebben antistoffen tegen coronavirus in hun bloed. Dit is opvallend vaker bij vrouwen dan bij mannen het geval. Hans Zaaijer, arts-microbioloog en hoofd Bloedoverdraagbare Infecties bij Sanquin Bloedvoorziening, sprak hierover dinsdagavond in Talkshow Beau (RTL4). Dit meldt Sanquin.
De provincies Limburg en Noord Brabant hebben de meeste bloeddonors met antistoffen (26 procent), de rest van Nederland blijft er niet ver bij achter (rond de 20 procent). “Je kan helaas niet in het algemeen zeggen dat iemand met antistoffen ook gegarandeerd immuun is,” legt Zaaijer uit. “Maar dit geeft wel duidelijk aan hoeveel mensen besmet zijn geweest, vanaf de eerste golf. Het RIVM kan met deze gegevens adviseren over verder beleid, zoals de lockdown en misschien zelfs vaccinatiebeleid.”
Vrouwelijke donors
Een opvallend gegeven uit deze getallen is ook dat vrouwelijke donors vaker antistoffen hebben ontwikkeld (24 procent) dan mannelijke donors (16 procent). Zaaijer licht dat toe: “Daar hebben we bij onze donors op doorgevraagd, en we zien dat veel meer vrouwelijke donors (30 procent) in zorg werken dan mannelijke donors (8 procent). Daarvan werkt 14 procent van vrouwelijke donors met Covid-19 patiënten, tegenover en 4 procent van de mannelijke donors.” Ook volgens CBS-gegevens werken vijf keer meer vrouwen in de zorg dan mannen.
Wekelijks onderzoekt Sanquins Vinger aan de Pols (VAP)-studie een steekproef van ongeveer 2.000 bloeddonors op antistoffen, in aanvulling op het onderzoek dat het RIVM naar antistoffen doet. Het meten van antistoffen bij donors geeft inzicht in de verspreiding van COVID-19 over Nederland. Sanquin doet dit in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, in ieder geval tot en met juni van dit jaar.
Door: Nationale Zorggids