In Nederland zijn vijfduizend kankerdiagnoses minder gesteld dan in de voorgaande tien jaren gemiddeld het geval was. Dat komt omdat patiënten sinds dit voorjaar de zorg meden uit angst voor corona en omdat vanwege de virusuitbraak veel reguliere zorg niet beschikbaar was. De NOS bericht hier zaterdag over op basis van cijfers van het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL).
Voor een deel van de patiënten zal het geringere aantal diagnoses ingrijpende gevolgen hebben. Het kan net het verschil betekenen tussen het wel of niet uitzaaien van kanker. Patiënten die langer op een behandeling moesten wachten of zelf behandeling voor zich uitschoven uit angst voor een besmetting kunnen daardoor te maken krijgen met een zwaardere, intensievere behandeling dan aanvankelijk nodig zou zijn.
Het risico op een ongunstiger ziekteverloop is het grootst bij de meest agressieve kankervormen, bijvoorbeeld tumoren in botten of weke delen zoals spieren of huidkanker.
Vrees voor tweede coronagolf
In een reactie zegt het IKNL te vrezen voor de gevolgen van een tweede coronagolf. "Je moet er niet aan denken dat er dan in de oncologische zorg opnieuw afspraken met patiënten worden afgezegd", aldus een woordvoerster van het centrum.
De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) meldde vrijdag dat het aantal verwijzingen en behandelingen na de eerste coronagolf weer terug is op het oude niveau. Bij de uitbraak van het coronavirus kwam de overige zorg vrijwel helemaal stil te liggen, maar dat is verleden tijd, aldus de NZa. Sinds maart waren er ruim 800.000 minder verwijzingen naar een ziekenhuis dan normaal, waaronder veel patiënten met kanker, maar ook met bijvoorbeeld hartklachten.
Door: ANP