Parkinson
“Ik heb Parkinson, hoor”, zegt mijn cliënte. Ze rijdt haar rolstoel mijn salon binnen bij zorginstelling AxionContinu. “Ik heb Parkinson”, zegt ze nog een paar keer, alsof het een lied is. “Daar heb ik zelf geen probleem mee.” Ik help haar uit haar rolstoel in de grote comfortabele salonstoel. Ze wil een behandeling van top tot teen. Ik pak haar handen en voeten in voor een extra boost.
Ze ratelt verder over haar ziekte. Ze raakt er niet over uitgepraat. “Mensen met Parkinson bewegen heel veel maar dat heb ik niet”, zegt ze, terwijl ik haar voeten tegen de stoel hoor tikken. Om en om gaan haar handen omhoog. Een badstoffen handschoen die ik om haar hand gedaan heb, ligt op de vloer. Ik breng hem opnieuw aan. Binnen een paar minuten ligt hij weer op de vloer. Ik doe hem af en wikkel een handdoek om haar handen. Ook dat werkt niet. Het zweet breekt me uit. Ik laat de handdoek die inmiddels ook op de grond beland is maar liggen, zodat ik verder kan met de behandeling.
“Ligt hij weer op de grond?”, zegt ze.
“Ja, maar dat geeft niks”, antwoord ik.
Geen prikkels
Tot het moment dat ik de gezichtsmassage geef. Ze ligt stil. Geen ongecontroleerde spierbewegingen, geen tikkende voeten en geen handschoen of handdoek die op de grond valt. Je kunt een speld horen vallen.
Nu haar gedachten niet gevuld zijn met de ziekte die haar beheerst, lijkt het of er ruimte in haar hoofd komt. Even geen prikkels. Muisstil is het. Ze laat zich meevoeren op het ritme van de massage. Ook al was het maar heel even, het leek een eeuwigheid. Tot haar woorden als een sneltrein weer overgenomen worden door de Parkinson.
Ik lak haar teennagels. Voor mij een uitdaging. Eentje die ik niet naar tevredenheid volbreng. Haar ongecontroleerde spieren maken het bijna onmogelijk. Maar mijn cliënt is tevreden. Ze heeft genoten van de behandeling. Als ik haar naar haar kamer breng, straalt ze alsof de zon boven haar hangt.
Door: Nationale Zorggids / Lily van Dijken