Opium
Tussen de 4 en 6 weken, zo lang na een overlijden plan ik een gesprek in met een familielid om de periode van hun naaste bij ons te evalueren. Soms gaat hier meer tijd overheen, soms is dit wat korter. Bij deze lieve vrouw duurde het veel langer, en vooral omdat de feestdagen ertussen zaten.
Uiteindelijk zaten we in ons geïmproviseerde kantoortje en tussen alle warme en welgemeende dankbetuigingen door liet ik haar het stukje lezen wat ik destijds over haar moeder geschreven had. Ik was zelf in de veronderstelling dat het haar via een omweg wel bereikt zou hebben. Ze moest een heel klein beetje huilen, en vertelde dat ik een goeie knul was in een bijzonder goed team. Aan het laatste twijfelde ik niet, het eerste overviel me om eerlijk te zijn.
Ik laat niet altijd precies zien wat er in mij omgaat. Soms raak ik verdwaald in een groot web van verstrooide introspectie en heb ik de grootste moeite deze gedachtegangen onder woorden te brengen. En dat klinkt misschien raar, komend van iemand die voor de hobby een website heeft en daar de Nederlandse taal zijn bitch maakt. Ogenschijnlijk schud ik de mooiste zinnen moeiteloos uit mijn mouw en zorg ik ervoor dat het hele stuk dan ook nog beter in elkaar blijkt te zitten dan Samsung’s elektronica. Maar geloof me als ik zeg dat het in mijn hoofd allemaal niet zo soepel loopt, altijd.
Daarnaast kan ik best wantrouwend zijn naar andere mensen wanneer het op gevoel aankomt. Ik deel niet graag stukjes van dat onderdeel van mijn bestaan met iedereen die het maar aanhoren wil. Dat iemand 2 oren heeft is voor mij geen aanleiding om inzicht te geven in wat er zich tussen de mijne afspeelt.
En daarom is het schrijven van stukjes misschien wel mijn redding. Ik kan niet altijd even goed inschatten wat het juiste moment is om iets van jezelf te laten zien, gemakshalve ga ik er maar vanuit dat het altijd beter later kan, of misschien wel helemaal niet. Ik heb hele monologen in mijn hoofd waarin ik mijn gevoel bespreek, maar die blijven vaak daar, om ze soms te oefenen in de douche als ik alleen ben. In een gesprek komt dit er zelden uit, omdat ik denk dat familieleden niet zo zitten te wachten op wat een casus met het zorgpersoneel doet.
Door het stukje wat ik aan de dochter heb laten lezen en haar reactie erna concludeer ik dat schrijven mijn modus operandi is wanneer het op communiceren over een overlijden aankomt. Mijn tijd nemen voor een goed doordachte alinea met mooie woordjes en zinnetjes doe ik liever dan uren achtereen praten, om later te ontdekken dat ik de helft vergeten ben, de andere helft niet goed geuit heb.
En ik denk dat dat is waarom ik een website heb.
Broeder Joost werkt als verpleegkundig zorgcoördinator op een afdeling voor jonge mensen met dementie. In zijn dagelijkse werk heeft Broeder Joost veel te maken met nieuwe wetgeving, werkdruk, stress en bezuinigingen. Maar ook met innovatie, familieparticipatie, leuke collega’s en een bijzonder fascinerende doelgroep. Laatstgenoemden maken het voor Broeder Joost meer dan de moeite waard. Voordat Broeder Joost broeder werd, volgde hij een opleiding tot verpleegkundige en heeft in dat kader ervaring opgedaan in de gehandicaptenzorg, de ggz, de geriatrie en een algemeen ziekenhuis. Volg Broeder Joost ook op Instagram, Facebook of Twitter!
© Nationale Zorggids / Broeder Joost