Het einde van het eerste jaar als leerling verpleegkundige is in zicht. Voor mij feitelijk het derde jaar omdat ik direct ben doorgestroomd vanuit de opleiding tot verzorgende IG en begeleider specifieke doelgroepen. Ik volg nu een versnelde opleiding tot verpleegkundige. De opleiding is een goede keuze geweest voor de doelgroep waar ik mee werk. NAH: niet-aangeboren hersenletsel.

 

Omdat onze bewoners jaren bij ons wonen zijn de werkzaamheden die wij verrichten aan het verschuiven. Zo bestond ons werk voornamelijk uit begeleiding en wat verlenen van zorg bij de adl.

Verder hebben wij te maken met mensen die door hun aandoening zelf het vermogen vaak niet meer hebben bijvoorbeeld om te plannen, om sociale contacten te onderhouden, om te werken, maar ook in het gedrag van de meeste mensen is er veel verandert door het opgelopen letsel.  Dit even in een notendop van waar wij op moeten anticiperen.

De bewoners die er al lange tijd wonen, worden nu ouder en het verouderingsproces verloopt sneller dan bij iemand met gezonde hersenen. Dat zien we in het achteruitgaan van lichamelijke maar ook cognitieve vaardigheden. Ook met nieuwe bewoners zien wij een verschuiving, vaak hebben de cliënten een zwaar zorgpakket en dat vereist dat wij in staat zijn om de juiste zorg te verlenen.
Aan ons als verzorgende, verpleegkundige en begeleider de taak om daarin mee te bewegen en de zorg aan te passen.

Het verschuiven in zorgverlenen en begeleiden

Door de kennis die ik nu opdoe tijdens de opleiding merk ik dat ik steeds meer ga zien, maar ook dat ik steeds meer verantwoording ga voelen.

Het klinisch redeneren waar wij mee oefenen op school en in de opdrachten zorgt ervoor dat ik niet meer alleen uitvoer wat een arts of andere discipline mij opdraagt, maar dat ik ook veel meer signaleer en daardoor eerder en vaker aan de bel trek om zo te voorkomen dat een bewoner bijvoorbeeld onnodig wonden oploopt. Of dat ik mij inzet voor iemand die niet comfortabel is in de laatste fase van zijn of haar leven.
Ook krijg ik te maken met meer verpleegtechnische handelingen waarvoor kennis, bekwaamheid en bewustheid nodig is.

Dacht ik eerst dat er weinig taken waren als verpleegkundige op het huis waar ik werk, zie ik nu dat ik steeds meer als verpleegkundige te werk moet gaan. En dat is alleen maar een mooie stimulatie om het diploma te halen.

Begeleiden

Maar hoe zit het dan met het begeleiden? Ik ben blij dat ik ook ben geschoold als begeleider. Toch zit dit belangrijke stuk ook in het takenpakket van de verpleegkundige die werkt in een verpleeghuis. Eigenlijk gaat dat stuk in begeleiden mij heel natuurlijk af.

Maar om het voor mezelf in kaart te brengen kijk ik af en toe van een afstand naar mezelf als ik aan het werk ben. Als ik dan later thuis ben, reflecteer ik op mijn handelen in het stuk van begeleiden wat ik mijn bewoners aanbied. Tijdens de avondmaaltijd waarin wij bewoners die dat nodig hebben helpen met het eten van hun maaltijd, begon ik een gesprek over het maken van muziek. Zelf speel ik onder andere saxofoon en ik liet een deuntje door mij gespeeld, horen aan mijn bewoners. Dat lokte een mooi gesprek uit over kinderen die ook een instrument bespelen en bewoners die dit zelf in hun leven voor hun letsel deden. Een pot honing op tafel wekte een vraag op wat nou het verschil is tussen crème en vloeibare honing. Vanuit mijn andere opleidingen kon ik die vraag naar tevredenheid beantwoorden. Met nog een dosis humor erbij werd het samen eten een gezellig moment van de avond. En ook probeer ik een boterham mee te happen want de machine moet wel geolied blijven.

Persoonlijk begeleider 

In mijn taak als persoonlijk begeleider nam ik na de avondzorg nog even de tijd met mijn cliënt die ik persoonlijk begeleid, door wat haar allemaal bezighoudt en waar ik nog iets in zou kunnen betekenen.
Alleen de aandacht, het luisteren en reageren is dan al fijn voor de bewoner, merkte ik op, want wat ik al vaker benoem, een ieder wil gehoord en gezien worden.

Loslaten

Bovengenoemde werkzaamheden vallen onder het kopje van begeleiden, wat mij betreft. En dit alles doe je er als leerling verpleegkundige of verzorgende allemaal bij.
Tijd om even te zitten is er amper, pauzes delen we met onze bewoners om zo wat sfeer te creëren maar ook weer om de groep te leiden en te ondersteunen.
Dat dan de zorgtaken steeds intensiever worden en meer van ons allemaal vragen, doet mij beseffen dat ik blij ben met alle kennis die ik nu opdoe tijdens de opleiding.
Dat ik nu weer af en toe hele nachten lig te dromen over mijn werk en bewoners is een teken dat ik ook moet blijven proberen om er een privéleven op na te houden.
Dat laatste doe ik ook echt, want ik weet dat het anders niet is vol te houden. Mijn leven is in ieder geval niet saai en van vervelen is geen sprake.
Maar soms heb ik ook even een ‘begeleider’ nodig die mij op de schouders tikt en mij erop attendeert dat ik even pas op de plaats moet maken en mijn werk los mag laten.
Die persoon in mijn nabijheid is voor mij heel  belangrijk en daar ben ik dan ook heel blij mee en dankbaar voor.

Door: Nationale Zorggids / Willeke Schilder