"Is er iets?", vraagt ze me met betraande ogen, terwijl ze naarstig contact zoekt met haar man. Er is wel degelijk iets, heel erg veel zelfs, maar daar gaan we het nu niet over hebben. "Het komt goed", zeg ik aarzelend. Maar ik bedenk dat dat helemaal niet zo is.
Het is ongeveer twintig minuten voordat volgens de medicatielijst wij hem opnieuw morfine moeten gaan geven. Ik sta met zijn vrouw in zijn slaapkamer, en kwam even een praatje maken voordat hij straks zijn medicatie gaat krijgen. Mijn collega zal er zo aankomen is mijn verwachting. Hij is wakker, oogt niet heel erg comfortabel en maakt bijna angstig oogcontact met de twee personen die aan zijn bed staan. Dit angstige oogcontact wordt afgewisseld met die eindeloze staar in de verte. Ik bedenk me dat de huidige dosering medicatie niet voldoet en het door ons beloofde comfort op deze manier niet behaald gaat worden.
Hogere dosering
Zij vraagt of hij op dit moment iets nodig heeft, om dat beloofde comfort te bereiken. Ze denkt aan een extra kussen, of een beetje water, misschien wat kwark, daar had hij gisteren ook al twee of misschien wel drie hapjes van op. Ik denk aan een hogere dosering morfine en Midazolam.
Het voelt alsof ik haar iets aan het verkopen ben, alsof ik haar ervan moet overtuigen om haar man te laten gaan. Er bekruipt mij een schuldgevoel, want wie ben ik om haar voor dit besluit te zetten? Ik zou willen dat zij hetzelfde zag als ik, dit einde- en nutteloos lijden. Ik snap daarnaast heel goed hoe het komt dat zij het liever anders ziet.
Op één lijn
Ik kijk nog eens goed naar zijn huidige beeld en realiseer me dat het einde hoe dan ook nabij is. Als we nu verschillende interventies toepassen gericht op comfort, kan dat einde ook op een wat meer waardige manier plaatsvinden. Zij is emotioneel gezien alleen nog niet zo ver. Ik probeer samen op één lijn te komen: zij spreekt over kwaliteit van leven, en ik over kwaliteit van sterven.
Ik raak haar schouder zachtjes aan en hou mezelf voor dat zij er wel komt. Er is nog een lange weg voor haar om te bewandelen, terwijl zijn weg twee dagen erna tot een einde komt. En over een week of twee komt een nieuw getrouwd maar gebroken stel, dat uiteindelijk het zelfde lot zal moeten ondergaan.
Broeder Joost werkt als verpleegkundig zorgcoördinator op een afdeling voor jonge mensen met dementie. In zijn dagelijkse werk heeft Broeder Joost veel te maken met nieuwe wetgeving, werkdruk, stress en bezuinigingen. Maar ook met innovatie, familieparticipatie, leuke collega's en een bijzonder fascinerende doelgroep. Laatstgenoemden maken het voor Broeder Joost meer dan de moeite waard. Voordat Broeder Joost broeder werd, volgde hij een opleiding tot verpleegkundige en heeft in dat kader ervaring opgedaan in de gehandicaptenzorg, de ggz, de geriatrie en een algemeen ziekenhuis. Volg Broeder Joost ook op Instagram, Facebook of Twitter!
© Nationale Zorggids / Broeder Joost