Ik heb last gehad van paniekaanvallen, dus ik weet heel goed hoe dat voelt. Zo’n angst en onrustgevoel dat snel opkomt en je in een keer overvalt. De eerste keer dat ik het kreeg was zo’n 3 maanden na de bevalling van ons oudste kind. Ik wist niet wat me overkwam en mijn hart ging tekeer als bezetene. Ik dacht dat ik een hartaanval kreeg en psychisch raakte ik in een soort verdoofde toestand. Ik kon niet meer goed nadenken. Was letterlijk doodsbang. Verschrikkelijk...
Na een half uur trok het langzaam weg. Wat was mij overkomen? Ik had geen idee. Een paar dagen later kreeg ik er weer een... en nog een... tijd om naar de huisarts te gaan. Die wilde me gelijk aan de antidepressiva zetten. En angst kan met antidepressiva ook wat verlicht worden. Zelf wilde ik dit niet en toen ik hem vroeg voor een doorverwijzing voor therapie, keek hij me fronsend aan. Kennelijk kwam dat minder voor? Iemand die liever geen pilletje wilde maar therapie.
Ben ik gek geworden?
Ik moet eerlijk bekennen dat ik aan de therapie toentertijd weinig gehad heb. De psycholoog, een oudere man in een klassiek groot huis met een hele grote boekenkast en dito leunstoelen, luisterde drie sessies geduldig naar mijn verhaal. Stelde af en toe een vraag en concludeerde in het vierde gesprek dat ik wel ‘gezond dacht’, dus ik mocht gerust nog een keertje komen maar hij kon verder weinig voor me doen. Ik was stomverbaasd. Had ik hiervoor nou hulp gevraagd? Waarom kon hij me niet helpen? Het enige wat deze ‘therapie’ me had opgeleverd was dat het ‘beestje een naam had gekregen’. Paniekaanval. Of paniekstoornis zoals de huisarts had omschreven op mijn verwijsbrief. Doodeng vond ik dat... ik had een stoornis?! Jeetje hoe erg is het dan met je gesteld, ben ik gek geworden?
Uit pure wanhoop zelf maar op internet gaan zoeken naar hulp. Ik kwam uit op hyperventilatie en daar herkende ik veel van. Ik leerde mezelf ademhalingsoefeningen aan die hielpen om er een beetje doorheen te komen. Ik snapte wat ik had maar hoe kwam ik er vanaf? Had ik hypochondrie? Was ik bang om een ernstige ziekte te hebben? Ja, een beetje wel want elke keer was ik er stellig van overtuigd dat ik een hartinfarct kreeg. Toch ‘overleefde’ ik het telkens weer dus het viel kennelijk wel mee?
Hormonale invloed bij angstklachten
Pas bij lotgenotenverhalen kwam ik er achter dat veel meer vrouwen na een bevalling maar ook in de overgang last kunnen krijgen van paniekaanvallen en angstproblemen. Er ligt een hormonaal verband met deze klachten. Als je hormonen flinke ‘drops’ maken kan je zomaar in een ‘vrije val’ komen en erg last krijgen van angstklachten. Stress in je leven, door bijvoorbeeld een huilbaby in mijn geval, deden me de controle en grip verliezen als nieuwbakken moeder. Door dit verhoogd stressniveau kwam ik in een vicieuze cirkel van angst en paniek terecht wat resulteerde in paniekaanvallen.
De oplossing? Net als dat paniekaanvallen niet zomaar ontstaan door een enkele oorzaak, is de oplossing niet alleen maar praten over je paniek. Ademhalingsoefeningen helpen maar zijn niet afdoende, begrijpen wat er speelt is het halve werk en uiteindelijk kreeg ik ze langzaam onder ‘controle’ door niets te doen.. Dat niets doen hield in dat ik wist dat ik een paniekaanval had, dat ik dit al vaker had gehad, dat ik niet dood ging en dat de aanval dadelijk vanzelf weer zou zakken. Ik kon mezelf gerust stellen en ik mocht bang zijn van mezelf. Stress verlagen en controle terug krijgen, hielp zeker ook.
Ontzwangeren en terug tot jezelf komen
Naarmate de ontzwangeringsperiode vorderde, zakten de paniekaanvallen. Na ons tweede kindje kreeg ik ze weer. Precies op hetzelfde moment, 3 maanden na de bevalling. Alleen toen wist ik wat het was, waar ze vandaan kwamen en wat ik eraan kon doen. Dit scheelde de helft. Ik heb er niet meer zo onder geleden. Ik kon ze goed hebben en ving ze net als de weeën op.
De psycholoog kon niets voor me doen en uiteindelijk moest ik zelf er ‘niets’ aan willen doen behalve veel meer vertrouwen hebben in mezelf dat het goed zou komen. Dat ik het aankon en kon doorstaan. Hoe meer ontspannen ik ermee om kon gaan, hoe minder ‘brandstof’ de paniekaanval had en algauw doofde het uit.
De overgang bracht dezelfde klachten nog een keer terug, maar ook toen hielp mijn oude strategie me om ermee om te gaan. Later, toen ik eenmaal zelf therapeut was, leerde ik tijdens een training ACT (acceptance and commitment therapy) dat ik precies datgene had gedaan wat helpt: accepteren en het laten komen zoals het komt en er mindful mee omgaan.
© Nationale Zorggids / Jolande Rommens-Musquetier