14 februari 2019 om 12:13
2 minuten lezen
‘Goud’
“Ik ben van Goud” zei mijn moeder regelmatig. Ze begon ooit als Zilver. Dat komt door een chique dame die bij ons op bezoek kwam. We woonden in een piepklein huisje, twee hoog achter in de Pijp in Amsterdam en de vrouw vroeg: “Waar slapen jullie? Hebben jullie nog een verdieping hierboven?” “U zit op de slaapkamer” zei mijn moeder trots en ze wees op de uitklapbank. Even later vroeg de dame over een lepeltje bij de koffie: “Is dat zilver?” “Nee”, zei mijn moeder, “zilveren lepeltjes heb ik niet nodig. Die van de Hema doen precies hetzelfde als zilveren. Ik ben zelf van zilver!” De dame was van slag en stapte snel op. Mijn moeder lachte triomfantelijk. Ik was nog heel klein en bewonderde mijn moeder enorm.
Later bevorderde ze zichzelf: toen ik volwassen was stelde ik haar voor aan een collega. Ze ging recht voor haar zitten en keek haar diep in de ogen. “Ik ben van goud!” zei mijn moeder. “Ik ben een koningin!” Mijn collega trok wit weg en mijn moeder vertelde haar met verve over alle goede dingen die ze in haar leven had gedaan. Over het redden van mensen die zelfmoord wilden plegen, die ze steevast op bankjes in het park tegen kwam. Ma zei dan: “Als u zelfmoord pleegt, kijk ik u nooit meer aan.” en: “Ik heb de oorlog meegemaakt en mijn vader is vergast en dertig andere familieleden ook en toch geniet ik van het leven. Als ik het kan dan kunt u het ook!”
Ze wist het wel en had daar geen goeroe voor nodig. Ze was van Goud. Ze sloeg wel eens door en dan stond ze op een stoel en riep: “Ik ben één met Jezus, ik ben zuiver.” Daar had ze gelijk in. Wat iets minder was dat ze mij dan toeriep van boven: “en jij bent vuilnis.”
Gelukkig heb ik na jaren me vuilnis voelen, ontdekt dat ik ook Goud ben. En niet alleen ik maar wij allemaal. Dus mijn moeder had voor een deel gelijk. Gisteren gaf ik een training over omgaan met agressie. Een vrouw keek me woedend aan en siste me toe: “zo’n training heb ik niet nodig.” De vijandigheid straalde me tegemoet. En ja… daar trek ik me niets van aan want ik weet dat die vrouw ook Goud is. Op dat moment is ze het even vergeten. Ik niet en hielp haar herinneren, door met haar om te gaan als Goud. Het duurde niet lang of ze trok bij en ja hoor, daar kwam haar Goud te voorschijn. Wat was ze prachtig. Het Goud straalde overal doorheen.
Zo is het voor ons allemaal. Van boef tot bankdirecteur tot huisvrouw… onder alle lagen van arrogantie, minderwaardigheidscomplexen, stoerdoenerij ligt het Goud te wachten tot we het weer herontdekken.
Zag gisteren een interview met Supernanny. De vraag: “Vindt u de kinderen in de gezinnen waar u komt ook monsters af en toe?” Antwoord: “Nee, ik zie ze al in het begin zoals u ze aan het eind van het programma ziet.”
© Nationale Zorggids / Marja Ruijterman