Zorginstituut Nederland herbeoordeelt vergoeding van borstkankermedicijn abemaciclib na rechterlijke uitspraak
Zorginstituut Nederland zal opnieuw beoordelen of het borstkankermedicijn abemaciclib in aanmerking komt voor vergoeding. Dit volgt na een rechterlijke uitspraak in een kort geding, aangespannen door de fabrikant Eli Lilly, waarin werd geoordeeld dat het oorspronkelijke pakketadvies onvoldoende onderbouwd was.
In zijn eerdere rapport concludeerde Zorginstituut Nederland dat abemaciclib (Verzenios), als aanvullende behandeling voor patiënten met een vroege vorm van borstkanker, geen meerwaarde biedt en daarom niet voor vergoeding in aanmerking zou moeten komen. Het instituut stelde dat abemaciclib de overlevingskansen niet verhoogt en dat het gebruik ernstige bijwerkingen met zich meebrengt. Deze conclusies werden onderschreven door de Wetenschappelijke Adviesraad (WAR) en de commissie BOM van de Nederlandse Vereniging van Medische Oncologie (NVMO). Artsen zouden het middel daarom ook niet willen voorschrijven.
Rechterlijke uitspraak
Eli Lilly betwistte de bevindingen van het Zorginstituut en stelde dat de analyse berustte op foutieve wetenschappelijke uitgangspunten en aannames. Ook zou het Zorginstituut abemaciclib anders beoordeeld hebben dan vergelijkbare medicijnen. De rechter oordeelde dat het Zorginstituut zijn besluit onvoldoende had gemotiveerd en diende “zijn huiswerk over te doen”.
Reactie van het Zorginstituut
Het Zorginstituut verklaarde in reactie op het vonnis “blij” te zijn dat de rechter de inhoudelijke conclusies over abemaciclib niet verwerpt, maar slechts de onderbouwing ervan ter discussie stelt. Het instituut kondigde aan een herbeoordeling te starten, waarbij Eli Lilly de kans krijgt om nieuwe data aan te leveren ter ondersteuning van de claim dat abemaciclib meerwaarde heeft voor de betreffende patiëntengroep.
Vooruitzicht
Zorginstituut Nederland zal niet in hoger beroep gaan tegen de uitspraak en gaat aan de slag met de herbeoordeling. Het is nu aan Eli Lilly om overtuigend wetenschappelijk bewijs aan te leveren dat aantoont dat abemaciclib daadwerkelijk een meerwaarde biedt voor patiënten met vroege borstkanker.
Dit proces biedt de mogelijkheid om op basis van nieuwe gegevens een beter geïnformeerde beslissing te nemen over de vergoeding van abemaciclib binnen het basispakket van de zorgverzekering.