‘Jongeren met psychische problemen hebben niet per se meer therapie nodig’
Hoewel jongeren beter zijn geworden in het verwoorden van hun mentale uitdagingen, toont onderzoek dat het aantal psychische klachten de afgelopen dertig jaar niet wezenlijk is gestegen. “Het is niet zozeer dat er meer problemen zijn, maar jongeren zijn beter in staat geworden om hun problemen onder woorden te brengen”, legt Van Dam uit. De zogenoemde ‘prevalentie-inflatiehypothese’ suggereert echter dat de zichtbaarheid van mentale problemen vaak leidt tot doorverwijzingen.
Identiteit en keuzestress
Een belangrijke uitdaging voor jongeren is het vormgeven van hun identiteit in een samenleving vol mogelijkheden on- en offline. “Als je online en offline kunt experimenteren met alles wat je kunt zijn, kunnen de vele keuzemogelijkheden verlammend werken”, zegt Van Dam. Hierdoor kunnen jongeren hun psychische klachten als een houvast ervaren in hun zoektocht naar wie ze willen zijn.
Zelfzorg en gemeenschapsgevoel
In plaats van standaard naar een therapeut te verwijzen, pleit Van Dam voor meer nadruk op zelfzorg en sociale verbinding. Jongeren zouden hun eigen emoties beter moeten leren herkennen en begripvolle relaties opbouwen met vrienden en familie. Van Dam benadrukt ook het belang van een gemeenschapsgevoel: momenten van verbondenheid, bijvoorbeeld op een festival, kunnen helpen bij mentale veerkracht.
Mentale Wasstraat
Van Dam zet zich in voor initiatieven zoals de Mentale Wasstraat, een plek waar jongeren buiten school en therapie aan hun mentale welzijn kunnen werken. Denk hierbij aan ademhalingsoefeningen, ijsbaden en meditatie. Deze benadering ziet hij als een waardevolle aanvulling op de reguliere geestelijke gezondheidszorg.
Door: Nationale Zorggids / Johanne Levinsky