Juristen raden huisartsen aan om zorgakkoord alsnog niet te ondertekenen
De twee beroepsverenigingen van huisartsen weigerden als enige partijen om het zorgakkoord te ondertekenen. Hun grootste twijfel: het nakomen van beloften door zorgverzekeraars. Een voorwaarde voor het ondertekenen van het akkoord is dan ook dat zorgverzekeraars met hun zorginkoop voor 2023 aantonen dat ze hun toezeggingen zullen nakomen. Dit kunnen ze laten zien door bijvoorbeeld extra geld beschikbaar te stellen voor langere consulten. Huisartsen willen dan misschien in december hun handtekening wel zetten.
Wachttijden ggz
Maar als het aan de advocaten van Maverick Advocaten en Groene Wegen ligt, ondertekent de beroepsgroep dan alsnog niet. Het zorgakkoord kan potentieel averechts werken voor huisartsen. Op bepaalde vlakken dan. In het nieuwe zorgakkoord krijgen huisartsen bijvoorbeeld nieuwe taken, zoals het bijhouden van de wachttijden per ggz-instelling, zodat hun patiënten niet te lang wachten op een behandeling in de ggz. Maar dat is een taak met veel administratiedruk. Volgens het akkoord zouden huisartsen dan sneller van deze patiënten ‘af zijn’, maar daar twijfelen de juristen aan. Met name omdat zorgverzekeraars niet verplicht zijn om bij de ggz extra zorg in te kopen, zodat daar ruimte vrijkomt voor het overnemen van patiënten van huisartsen.
Tuchtrecht
Huisartsen houden daarnaast ook medische verantwoordelijkheid voor complexe patiënten. En daar zijn ze eigenlijk niet voor opgeleid. Volgens de advocaten is de rechtspositie van huisartsen hier heel slecht, omdat het tuchtrecht steeds strenger is en dat leidt tot een hoger aansprakelijkheidsrisico voor de verantwoordelijke professional: de huisarts.
Door: Nationale Zorggids / Johanne Levinsky