Ouders Indiase halen uit naar Ierse abortuswet
De vrouw, Savita Halappanavar, was zeventien weken zwanger toen in het ziekenhuis, waar ze was opgenomen wegens hevige pijn, werd vastgesteld dat ze een miskraam zou krijgen. Hoewel het steeds slechter met haar ging en reeds duidelijk was dat ze bloedvergiftiging had weigerden de artsen in het UMC Galway een abortus bij haar uit te voeren, omdat de foetus nog leefde. Toen de foetus na zijn overlijden, drie dagen later, werd verwijderd, verslechterde de toestand van de vrouw snel en een week nadat ze in het ziekenhuis was beland overleed ze.
Al in 1992 oordeelde het Ierse hooggerechtshof dat abortus toegestaan zou moeten worden als het leven van de zwangere vrouw gevaar loopt, maar vijf opeenvolgende regeringen hebben geweigerd de wet aan te passen.
“In een poging een vier maanden oude foetus te redden hebben ze mijn 30-jarige dochter dood laten gaan. Kunt u mij daar de redelijkheid van uitleggen?”, zei Halappanavars moeder, A. Mahadevi, voor de televisie. “Hoeveel gevallen moeten er nog volgen?” Overigens was Savita Halappanavar 31 jaar. Haar vader, Andanappa Yalagi, zei dat de dood van zijn dochter het gevolg is van een combinatie van nalatigheid van de artsen en de Ierse abortuswet.
Het Indiase ministerie van buitenlandse zaken liet weten dat de ambassade in Dublin ‘de zaak volgt’. Naar de dood van Halappanavar lopen drie onderzoeken.