10 juni 2020 om 12:28
2 minuten lezen
De verschrikkelijk lieve vrijwilligster
Laatst gaf ik een workshop ‘Grenzen stellen’ aan vrijwilligers van rond de zeventig. Ze gaan op bezoek bij mensen die daar behoefte aan hebben of doen iets aan de administratie.
Het was een stel pittige, humoristische dames en heren. Toen ik binnenkwam tijdens de vergadering werd ik grondig opgenomen. Na de kennismakingsronde had ik het gevoel dat ik was goedgekeurd. De meesten zijn heel goed in het aangeven van grenzen. “Nee, dat doe ik niet!” “Oh, nee daar begin ik niet aan!” Er zijn d’r ook die behoorlijk ver gaan.
Grenzen stellen
Ik ging naast een dame zitten in de rol van een ‘client’ en vroeg: “Weet je, het is zo gezellig en ik voel zo’n klik en het wordt nu toch eigenlijk wel een vriendschap.” “Ja, dat vind ik ook!” deed ze meteen gezellig mee. Ik vroeg: “We kunnen toch wel wat vaker in de week afspreken?” “Ja hoor!” zei de lieve dame. “Volgende week heb ik een feestje van familie, heb je zin om mee te gaan?” “Ja leuk! doen we!” “Tja, het zijn helemaal geen leuke mensen maar dan zijn wij tenminste samen.” “Ja, nou dan hebben wij het toch leuk!” Ik dacht, wat moet ik nou nog verzinnen… “Zeg weet je, ik heb al zo lang niet samen met iemand ontbeten… waarom blijf je niet eens logeren?” “Nee, dat doe ik niet!” Yes… ik had haar zover. Was even bang dát ze ook dat goed zou vinden.
Een andere dame zei meteen zeer assertief: “Oh nee, mij moet je niet hebben… daar begin ik niet aan.¨
We spraken over wel of niet helpen met oogdruppels… “Verbeeld je dat je het verkeerde in haar oog spuit,” waarschuwde iemand. Het omgaan met geld wilden ze ook niet en niet op stap met pinkaarten. In het reglement stond: geen seksuele handelingen en dat gaf hilariteit. Toch was één van de dames door een heer betast maar ze had heel resoluut gezegd dat ze daar niet van gediend was en toen was het ook afgelopen.
Op de vraag wat ze aan de workshop hadden gehad: “Nou de broodjes waren heerlijk!” Zo, die had ik binnen.
Nadat iedereen opstond kwam de lieve dame naar met toe. Ze pakte mijn arm en zei: “Weet je, ik sjouw zware tassen voor haar.” ¨Oh, dat hadden we kunnen behandelen net!” riep ik uit. Ze zag er zelf zo fragiel uit. “Dat moet je niet doen hoor…” “Ach nou ja, nee eigenlijk niet… nou ja…” ze ging vlug de zaal uit en ik hoorde iemand tegen haar zeggen: “Hoe gaat het met je knie?”
Ach, we kunnen allemaal opletten dat we op tijd onze grenzen stellen, toch?
© Marja Ruijterman / Nationale Zorggids