15 april 2020 om 14:56
3 minuten lezen
Nooit te oud om onszelf te hervinden
Mijn vader was negentig toen hij op zoek ging naar zichzelf. Mijn vrienden en ik waren vol bewondering. Pa zag er weer jong uit en bloeide op na de dood van mijn moeder.
Mijn moeder overleed in juni 2008 en nu was pa op zoek naar zichzelf. Op de begrafenis van mijn moeder waren alle blikken al op hem gericht en vooral mijn familie was met stomheid geslagen. Is dat Nico? Voor het eerst in zijn leven zat hij op de praatstoel tijdens de lunch. Al die aandacht van al die mensen die hem vroegen over zijn leven. Hij zat te stralen.
Ma was degene die altijd alle aandacht opeiste en ze deed dat met verve. Ik heb al veel over haar geschreven, nu was mijn vader aan de beurt. In het begin werd hij op de galerij van de ouderenflat door allerlei dames aangesproken om te condoleren. Ik dacht nog even dat hij binnen de kortste keren alweer verkering zou hebben. Toch liep dat anders, want na de eerste belangstelling zakte het al snel af. Pa viel terug en ik zag hem vereenzamen. Ik nam hem een paar keer mee om samen in het ouderencentrum om de hoek te eten. Hij vond er niets aan: “Moet ik tussen die oudjes zitten?”
Ma zwaaide de scepter in huis en pa had daar niet veel over te zeggen. Alles werd door mijn moeder verzet, nog een keer verzet en ze vroeg wel twintig keer: “Hoe staat het vaasje hier? Of daar? Of toch maar hier?” En als pa zei: “Nou, hier dan maar…” dan werd het natuurlijk toch daar. Dat weet ik nog uit mijn jeugd… toen ging het ook al zo.
Pa liep op zijn tenen door het huis. Ik kwam erachter dat hij zelfs achterstevoren tv keek. Op mijn vraag waarom hij de stoel niet omkeerde zodat hij pal voor de tv zou zitten, zei hij: “Dat vond je moeder niet goed.” “Maar ma is dood”, zei ik verbaasd. “Ja, maar je weet maar nooit”, zei pa. Dat kwam natuurlijk door mij omdat ik zeker weet dat ma nog ergens rondzweeft. Daar werd pa door aangestoken. Ik had het vaak over de ziel en onsterfelijkheid als troost en ondersteuning omdat ook hij niet al te lang meer zou hebben. Maar dit was natuurlijk niet mijn bedoeling. Pa hoorde elke avond venijnige tikken in de bestek-la en verdacht ma ervan de tikker te zijn. Niet zo gek, want hij at haast niets en ma wilde natuurlijk dat hij weer ging eten. Logisch dat de bestek-la de aangewezen plek is om hem aan te sporen weer te eten.
Na zo’n drie maanden belde pa me op met de mededeling dat hij een draaistoel wilde kopen zodat hij de stoel kon draaien van de tv naar de tafel. Hij kreeg pijn in zijn nek. Ook wilde hij een lamp bij de stoel en hij hing overal foto’s op van ma, zijn ouders en van mij. Revolutie! Het huis was nu van pa.
Omdat ik het leuk vond en ook om pa te redden van de eenzaamheid, nam ik hem soms mee naar allerlei bijeenkomsten, zoals meditatieavonden, lessen in verlichting, stilteconcerten en af en toe zelfs naar mijn werk. Regelmatig werkte ik in een ouderencentrum, waar een prachtig restaurant bij is. Terwijl ik een aantal uren een workshop gaf, liet pa zich verwennen door het personeel, dat ik daar ooit trainde op klantvriendelijkheid. Hij zat dan met zijn stapel boeken voor zich, over de zin van het leven, volop te genieten. Mijn vader was een dankbare klant.
Mijn vriend Tijn geeft lessen in verlichting en pa ging mee en zat twee uur aandachtig te luisteren en mee te mediteren. In het begin zat ik alleen over mijn vader te mediteren omdat ik in de gaten hield wat en hoe hij deed. Verveelde hij zich niet? Zakte hij niet weg? Viel hij niet in slaap? Nee hoor, pa zat rechtop, voeten op de grond en totaal alert. Tijdens de bijeenkomsten werd hem regelmatig gevraagd: “Mijnheer Ruijterman, hoe vindt u de lessen?” “Tja”, zei pa… “Het leven is een mysterie en ik begrijp nu nog niet wat de zin ervan is. Maar het is heel erg interessant en dat ik op mijn negentigste nog op zoek ben naar mezelf is een wonder!”
Mijn vader is vijfennegentig geworden en in oktober 2013 gestorven. We zaten hand in hand toen hij wegvloog.
© Nationale Zorggids / Marja Ruijterman