28 februari 2019 om 10:23
2 minuten lezen
Decrescendo
“Hoi, ik ben Joost, gaat u vooral even zitten,” stel ik me voor en geef je een hand. Ik kom ietsjes te laat de brasserie van mijn locatie binnen, geef alle familieleden die mijn nieuwe opname komen brengen een hand en besluit zelf ook even een kopje koffie te drinken. De man zelf is druk in gesprek, en vertelt eenieder die het maar wil aanhoren over zijn timmermanskunsten en laat de foto’s op zijn mobiele telefoon zien.
Inderdaad, mijn generatie zorgvragers heeft een mobiele telefoon, en kan er nog mee overweg ook. Op een bepaalde manier maakt dit mij wel vrolijk; een doelgroep die wat dichter bij mijn generatie ligt dan anderen. Ik probeer echter vooral het thema van de dag voor me te houden. Jij komt namelijk je man afgeven aan een zorginstelling, om hem vervolgens nooit meer thuis te hebben.
Dit stukje, dit kleine moment op een dag waarbij ik de afdeling laat zien, jullie voorstel aan mijn collega’s en uitleg geef over hoe alles min of meer in elkaar steekt is precies dat: een klein stukje in een akelig en lang traject waarbij ik en mijn team maar een kleine maar cruciale rol toebedeeld hebben.
Na enkele weken hebben wij een familiegesprek met onze arts en psychologe. Tegen het eind vraag ik hoe het met iedereen gaat en richt mij dan vooral op jou, zijn vrouw. Het gaat slecht, maar er is minder angst nu, is het antwoord. Meer woorden hoef je er ook niet aan te wijden; ik weet genoeg. Alle zinnen die hierop zouden volgen, zouden een poging zijn die eerste boodschap te bagatelliseren.
Maar dan komt het toch: “Eigenlijk gaat het wel redelijk nu.”
De makkelijk te observeren pijn is mij al te bekend: voor jou zijn er intussen al meer echtgenotes geweest die hun man of vrouw hier afgegeven hebben. De woorden die je gebruikt, de gevoelens die je ervaart en heel voorzichtig laat zien zijn niet nieuw en zeker niet uniek. Ik zou graag willen dat dat wel zo was.
Al dagen zit er hierna een liedje van Bright Eyes in mijn hoofd. De wereld zou eigenlijk veel meer content moeten zijn met jullie: de mensen die zodanig lijden dat het zo een invloed heeft op hun stemming. Jullie gaan niet snel in discussie over nutteloze zaken, en geven je snel over mocht je er toch in verzeild raken. Je zou je echter nooit schuldig moeten voelen over de moeite die je nu met het leven hebt: het zijn namelijk de mensen met de zeerste keel die het luidst hebben gezongen.
Broeder Joost werkt als verpleegkundig zorgcoördinator op een afdeling voor jonge mensen met dementie. In zijn dagelijkse werk heeft Broeder Joost veel te maken met nieuwe wetgeving, werkdruk, stress en bezuinigingen. Maar ook met innovatie, familieparticipatie, leuke collega’s en een bijzonder fascinerende doelgroep. Laatstgenoemden maken het voor Broeder Joost meer dan de moeite waard. Voordat Broeder Joost broeder werd, volgde hij een opleiding tot verpleegkundige en heeft in dat kader ervaring opgedaan in de gehandicaptenzorg, de ggz, de geriatrie en een algemeen ziekenhuis. Volg Broeder Joost ook op Instagram, Facebook of Twitter!
© Nationale Zorggids / Broeder Joost