Vooral jonge kinderen met niet-westerse achtergrond verdronken
In 2017 verdronken 86 inwoners van Nederland, net zoveel als het jaar daarvoor. Het aantal inwoners dat verdrinkt, ligt al jaren rond 80 per jaar. In 1950 verdronken nog meer dan 500 mensen. Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
In vergelijking met de jaren vijftig verdrinken vooral veel minder jonge kinderen. De laatste tien jaar verdronken jaarlijks gemiddeld 9 kinderen, het merendeel jongens. De afname van het aantal verdrinkingen is het grootst bij kinderen tot 5 jaar: van 190 verdrinkingen in 1950 tot gemiddeld 5 per jaar in de periode 2013–2017. Bij kinderen van 5 tot 10 jaar is het aantal verdrinkingen ook fors afgenomen, van 76 in 1950 tot gemiddeld 3 per jaar in de periode 2013–2017.
Kinderen met niet-westerse achtergrond
In alle leeftijdsgroepen tot 60 jaar is het aantal verdrinkingen per 100.000 inwoners bij personen met een niet-westerse migratieachtergrond duidelijk hoger dan bij mensen met een Nederlandse achtergrond. Het grootste verschil is te zien bij 10- tot 20-jarigen. De sterfte door verdrinking is in die leeftijdsgroep zes keer zo hoog onder kinderen met een niet-westerse herkomst als onder tieners met een Nederlandse achtergrond.
Meeste buitenlandse bezoekers die verdrinken zijn Duitsers en Polen
In 2017 verdronken ook nog 22 niet-ingezetenen in Nederland. In de periode 2013–2017 betrof het in totaal 103 mensen die niet bij een Nederlandse gemeente ingeschreven stonden. Dit is 20 procent van het totale aantal verdrinkingen in Nederland. In 31 procent van de gevallen betrof het iemand uit Duitsland, in 22 procent van de gevallen iemand uit Polen.
Door: Redactie Nationale Zorggids