De e-sigaret: een minder schadelijk alternatief of een onveilig product?
De e-sigaret is al tijden een controversieel product. Voorstanders zeggen dat het product kan helpen bij het stoppen met roken en een stuk minder schadelijk is dan de gewone sigaret. Tegenstanders beweren dat de e-sigaret een opmaat is richting het roken van tabak en nog niet veilig genoeg is. Onlangs publiceerde Public Health England (PHE) een rapport waarin werd beweerd dat de e-sigaret 95 procent minder schadelijk is dan de gewone sigaret. In een eerder rapport concludeerde het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) dat de e-sigaret niet geheel onschadelijk is voor de gezondheid en op de lange termijn kankerverwekkend kan zijn. Consumenten, zorgverleners en beleidsmakers raken in de war, want is de e-sigaret veilig te gebruiken of niet? Reden voor de Nationale Zorggids om de mening van enkele betrokken partijen te peilen.
De e-sigaret is een product dat in 2003 is ontwikkeld in China en werkt door verhitting van een e-vloeistof, in plaats van door verbranding van tabak. Het grote voordeel is dat de e-sigaret dus niet de giftige verbrandingsproducten van tabak bevat, maar in de e-vloeistof zitten wel schadelijke stoffen als nicotine, propyleenglycol en (sporen van) carcinogene stoffen. Desondanks heeft de e-sigaret na de introductie in 2004 ook op de Westerse markt aan populariteit gewonnen. In Nederland heeft in 2014 ongeveer vier procent van de volwassenen de e-sigaret wel eens gebruikt. Eén procent van de Nederlanders steekt er geregeld één op.
Discussie
Wereldwijd discussiëren onderzoekers over de voor- en nadelen van de e-sigaret. Het argument dat tegenstanders gebruiken, de e-sigaret is voor jongeren een opmaat richting het roken van tabak, is volgens Esther Croes van het Trimbos-instituut in de wetenschappelijke literatuur onvoldoende bewezen. Croes is arts-epidemioloog bij het Trimbos-instituut en probeert wetenschappelijk bewijs over de e-sigaret op eenduidige manier samen te vatten en begrijpelijk naar buiten te brengen. “Het is heel erg lastig om aan te tonen dat de e-sigaret jongeren verleidt tot roken van tabak”, zegt zij. “Als er kinderen zijn die eerst een e-sigaret roken en daarna tabak, dan kan je niet zeggen dat de kinderen door de e-sigaret zijn gaan roken. Een groot deel van de kinderen zou namelijk ook zonder de e-sigaret roken. Een logische verklaring is dat kinderen die de e-sigaret zouden gebruiken een meer nieuwsgierige groep is. Je zou dan ook kunnen concluderen dat deze jongeren vaker risicovol gedrag vertonen. Dat maakt het voor onderzoekers hartstikke moeilijk om een oorzakelijke verband aan te tonen.” Voorlopig lijkt er geen nieuwe groep nicotinerokers te ontstaan.
Voorstanders zeggen dat het product vooral een veel minder schadelijke alternatief is dan de conventionele sigaret en dat het rokers kan helpen om te stoppen. Daarvoor zijn in de wetenschap inderdaad aanwijzingen. De langetermijngevolgen voor de gezondheid zijn echter niet volledig bekend. Croes: “Daar is simpelweg meer tijd voor nodig. De e-sigaret bestaat nu twaalf jaar, dus het is onmogelijk om de effecten te meten bij meer dan dertig jaar gebruik.”
De e-sigaret lijkt in ieder geval minder schadelijk te zijn dan de gewone sigaret, zo blijkt uit het onderzoek van Public Health England. Zou Croes daarom de e-sigaret adviseren aan mensen die willen stoppen met roken? “Nee, niet als eerste middel ter ondersteuning bij het stoppen”, zegt de arts-epidemioloog. Ze heeft moeite met de uitspraak van de PHE dat ‘de’ e-sigaret 95 procent minder schadelijk is dan de gewone sigaret. “Die bewering is volgens mij niet houdbaar, want er zijn e-sigaretten in vele variaties op de markt. De ene e-sigaret is de andere niet en de kwaliteitscontrole bij de productie kan flink variëren. Ik denk dat het voor hulpverleners in Nederland nog echt lastig is om het gebruik van de e-sigaret actief te promoten, want de e-sigaret heeft niet de gegarandeerde kwaliteit van een medicijn.” Croes pleit ervoor om in eerste instantie de behandelrichtlijnen te volgen die bewezen effectieve middelen aanraden, zoals pleisters, medicijnen en gedragstherapie. Pas als deze behandelmethoden niet aanslaan, zou zij het gebruik van de e-sigaret niet afwijzen. De e-sigaret is immers minder ongezond dan de gewone sigaret.
Onafhankelijk onderzoek
Roel Fresow, medisch specialist en voorzitter van de Elektronische Sigaretten Bond Nederland (Esigbond), staat wel achter het onderzoek van de PHE. “De meeste vloeistoffen die in de e-sigaret worden gebruikt bestaan uit dezelfde ingrediënten”, zegt hij. “De variatie zit hem in de smaak.” Fresow is logischerwijs een groot voorstander van de e-sigaret en voelt zich gesteund door het onderzoek van de PHE. Betrokkenen zeggen wel eens dat de uitkomst van het onderzoek van de PHE al te voorspellen was, omdat de Britse overheid duidelijk een voorstander is van de e-sigaret. “Het onderzoek van de PHE is het eerste onderzoek dat volstrekt onafhankelijk is gedaan”, countert Fresow de kritiek. “Aanvankelijk was de Britse overheid tegen de e-sigaret, maar door gedegen en onafhankelijk onderzoek heeft ze haar mening bijgesteld. Ik durf zelfs te beweren dat de gezondheidswinst groter is dan 95 procent. Althans, dat is wat anti-rook experts zeggen.”
Fresow beklaagt zich over vele andere onderzoeken, die zijn gefinancierd door een niet onafhankelijke partij. Ook vindt hij dat het RIVM de plank volledig heeft misgeslagen met hun onderzoek. Volgens het RIVM is de e-sigaret minder schadelijk dan de gewone sigaret, maar de damp bevat een aantal ingrediënten en chemische onzuiverheden in hoeveelheden die schadelijk zijn voor de gezondheid. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) oordeelt naar aanleiding van het onderzoek van het RIVM dat elektronische sigaretten – zowel met als zonder nicotine – zo onveilig zijn, dat consumenten ze niet langdurig en structureel zouden moeten gebruiken. Fresow: “Je moet de schade die de e-sigaret oplevert niet gaan opblazen, zoals het RIVM onterecht heeft gedaan. Ze baseert zich niet alleen op eigen onderzoek, maar ook op onderzoeken die aantoonbaar gefinancierd zijn door tegenstanders van de e-sigaret.” Volgens Croes heet het RIVM wél zelf onderzoek gedaan, door met behulp van een ‘rookrobot’ de damp van de e-sigaret te testen.
Voorzitter Fresow snapt niet waarom de overheid zo veel weerstand heeft tegen de e-sigaret, terwijl er veel minder weerstand is tegen tabak. En tabak is in zijn ogen een stuk slechter dan de e-sigaret. De realiteit zou andersom moeten zijn: vergemakkelijk met behulp van soepele regel- en wetgeving het aanbod van de e-sigaret en maak de verkoop van tabak moeilijker. “Elke tabaksroker heeft gezondheidswinst als hij de gewone sigaret vervangt door de e-sigaret”, zegt hij. “Laat duidelijk zijn dat de e-sigaret nog geen veilig product is en dat er op termijn wellicht toch nog enige schade aan de gezondheid resteert. Maar als een tabaksroker de keus heeft om over te gaan op de e-sigaret, dan zal dat altijd aangemoedigd moeten worden.” Fresow hoopt dat zorgprofessionals ook gaan inzien dat de e-sigaret gebruikt kan worden als wapen in de strijd tegen gewone sigaretten. “Laten we stoppen met angst zaaien en accepteren dat bij overstappen naar de e-sigaret wellicht nog enige gezondheidsschade resteert. De voordelen van de e-sigaret wegen namelijk fors op tegen de nadelen. Feit is dat in twaalf jaar nog nooit iemand overleed aan het gebruik van een e-sigaret, terwijl in die tijd in Nederland alleen al 240.000 tabaksdoden te betreuren zijn . Met de e-sigaret bereik je in ieder geval meer dan met niets doen. Gebruik het voordeel van de e-sigaret en vind samen een oplossing voor de nadelen, dat is mijn pleidooi.”
Straatbeeld
Het Longfonds, dat zich inzet voor mensen met longziekten en voor mensen die hun longen gezond willen houden, vindt dat zorgprofessionals de nadelen niet zomaar voor lief kunnen nemen. “We hebben namelijk nog geen enkel idee wat die nadelen zijn”, zegt woordvoerder Jelmer Krom. “In de vorige eeuw begonnen we aan de sigaret ook met het idee dat het goed voor je is en dat je er meer ontspannen van wordt, terwijl we nu weten dat het product dodelijk kan zijn. Die fout willen we niet nog eens maken.”
Het RIVM en het Trimbos-instituut zijn voor het Longfonds leidend. De patiëntenvereniging is daarom geen voorstander van de e-sigaret. Krom: “Er zijn geen uitgesproken voordelen van de e-sigaret, de balans slaat door naar de risico’s. Stel je voor dat de e-sigaret een volstrekt ongevaarlijk product zou zijn, dan nog blijft roken, wat je ook rookt, onderdeel van het straatbeeld. Dat is iets wat we niet willen bevorderen. Met de e-sigaret behoud je roken in de maatschappij en daarmee blijf je roken normaliseren. Het is heel lastig om tegen een tiener te zeggen dat-ie niet moet beginnen met roken, terwijl er naast die tiener damp uit een e-sigaret komt.”
Momenteel gaat er meer aandacht uit naar e-sigaret dan naar de gewone sigaret. Is dat niet vreemd? “We praten over de ‘gewone’ sigaret, alsof het een volstrekt normaal product is. Het is best raar dat we dat product overal maar verkopen. Er zijn nog zoveel stappen te zetten om ervoor te zorgen dat we de gewone sigaret niet meer gewoon gaan vinden. Dus ik snap heel goed dat er nu op de e-sigaret heel veel aandacht ligt, want er moet voorkomen worden dat dat product ook als normaal wordt gezien.”
Voor- en tegenstanders zijn het dus niet eens en voorlopig is de discussie nog niet ten einde. Of de Nederlandse consument de e-sigaret wel of niet gebruikt, Esther Croes van het Trimbos-instituut waarschuwt voor het gebruik van de e-sigaret als methode om de gewone sigaret minder te consumeren. “We zien dat veel mensen de gewone en de e-sigaret langdurig naast elkaar gebruiken. Dat vind ik heel zorgwekkend. Als je de e-sigaret koopt om minder te gaan roken, dan bereik je daar geen enkele gezondheidswinst mee. Een beetje roken is bijna net zo slecht als heel erg roken. Je rookt of je rookt niet. Stoppen met roken kan echt gezondheidswinst opleveren, maar helaas geldt dat de winst van minder roken heel erg beperkt is”, aldus Croes.
© Nationale Zorggids / Frank Molema