Patiënten met complementair werkende huisarts goedkoper uit
Patiënten met een huisarts die zich heeft geschoold in complementaire geneeswijzen zijn jaarlijks gemiddeld 225 euro (12,4 procent) minder kwijt aan zorgkosten gedekt door de basisverzekering dan sociaal-economisch vergelijkbare patiënten met een reguliere huisarts. In het laatste levensjaar is het verschil zelfs 1161 euro. Dat blijkt uit een onderzoek aan de Tilburg University.
De Tilburgse hoogleraar Gezondheidseconomie Peter Kooreman en de Leidse lector Erik Baars vergeleken de zorgkosten van patiënten van complementair werkende huisartsen met die van reguliere huisartsen. Voorbeelden van aanvullende behandelwijzen zijn acupunctuur en homeopathie. De onderzoekers keken hierbij alleen naar kosten die door de zorgverzekeraar worden vergoed, met een onderscheid tussen de verplichte basisverzekering en de vrijwillige aanvullende verzekering.
Kooreman en Baars laten ook zien dat de zorgkosten voor patiënten met een complementair werkende huisarts gedekt door aanvullende verzekeringen gemiddeld 33 euro hoger zijn dan de kosten van patiënten met een reguliere huisarts. De totale kosten (basisverzekering plus aanvullende verzekering) zijn 192 euro (10,1 procent) lager. Volgens de onderzoekers is het kostenverschil vooral te verklaren door lagere kosten voor ziekenhuis- en farmaceutische zorg. Bij patiënten in hun laatste levensjaar blijkt de kostenbesparing volledig veroorzaakt door lagere ziekenhuiskosten. Dit gaat niet gepaard met hogere kosten gedekt door aanvullende verzekeringen.
‘In tegenstelling tot landen als Duitsland, Zwitserland en de Verenigde Staten staat de Nederlandse overheid overwegend afhoudend tegenover complementaire geneeswijzen. De vraag is of het Nederlandse beleid verstandig is. Ons onderzoek laat zien dat complementaire geneeswijzen, toegepast onder supervisie van artsen die eerst een reguliere opleiding hebben voltooid, mogelijk leiden tot forse lagere kosten van collectief gefinancierde zorg. De Nederlandse overheid zou onderzoek naar financiële en gezondheidseffecten van complementaire behandelwijzen moeten faciliteren, niet afremmen’, aldus Kooreman en Baars.
© Nationale Zorggids