‘Psychosezorg rijp voor verschuiving’
Voor mensen met schizofrenie die geen antipsychotica willen gebruiken kan cognitieve therapie een alternatief zijn. Dit blijkt uit een Engels onderzoek waarvan de resultaten werden gepubliceerd in Lancet, zo meldt Medisch Contact.
Onderzoekers, waaronder Anthony Morrison, voerden een proef uit bij 74 deelnemers, die geen medicatie wilden gebruiken. De helft kreeg in negen maanden naast de gebruikelijke zorg ook cognitieve gedragstherapie in gemiddeld 26 sessies. In de therapie werd gewerkt aan gedragsverandering en het anders inschatten van psychotische belevingen. De groep die gedragstherapie onderging scoorde op vrijwel alle punten beter: zij hadden minder symptomen en functioneerden over het algemeen beter.
Hoogleraar psychiatrie Jim van Os van het Maastricht UMC+ is positief over de resultaten. Volgens hem krijgen mensen met psychotische stoornissen vaak te lang antipsychotica voorgeschreven en in een te hoge dosis. Antipsychotica worden gezien als de hoeksteen van de behandeling van schizofrenie, maar dat is niet terecht. Van Os: ‘In de acute fase werken ze, dat weten we. Maar we weten ook dat de werking wordt overschat: van de drie mensen die beter worden met medicijnen, waren er twee ook zonder die middelen hersteld.’
Het is tijd voor een verschuiving in de psychosezorg, vindt Van Os. Volgens hem bestaat rond schizofrenie nog steeds het beeld dat dit een levenslange, progressieve hersenziekte is, waardoor mensen geen baan krijgen, geen relatie. ‘Patiënten internaliseren die negatieve verwachtingen, waardoor het nog slechter gaat. We moeten af van die focus op de ziekte behandelen, we moeten ons richten op gezond leven. Zorgen dat mensen weer deel uit gaan maken van de maatschappij. Dat is moeilijker, en misschien ook duurder dan wat we nu doen. Maar het levert ook veel meer op.’
© Nationale Zorggids