Gezinsgericht consultatiebureau levert betere zorg
Een nieuwe werkwijze op de consultatiebureaus in Drenthe leidt tot meer tevredenheid bij ouders. Bij de nieuwe aanpak worden zorgen over de sociaal-emotionele ontwikkeling van een kind in een eerder stadium gesignaleerd. Dit blijkt uit een onderzoek van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG).
Onder het motto ‘vroeg er bij, beter voor het kind’ hanteren de consultatiebureaus in Drenthe het zogeheten DMO-gespreksprotocol. In deze nieuwe werkwijze is er meer aandacht voor de omgeving van het kind en het versterken van de kracht van ouders. Wanneer er problemen zijn, worden de ouders betrokken bij het zoeken naar oplossingen. De nieuwe werkwijze wordt uitgevoerd binnen het programma ‘Samen Starten’, waarin een goede samenwerking tussen ketenpartners centraal staat.
Voor het onderzoek werd de nieuwe werkwijze in Drenthe vergeleken met een al langer bestaande werkwijze in de regio IJssel-Zwartewaterland. De onderzoekers volgden de ontwikkeling van meer dan 5500 kinderen in de leeftijd van 0 tot 18 maanden. Zij keken daarbij naar de tevredenheid van ouders, de inzet van extra zorg en de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen. Daarnaast werd aan professionals gevraagd wat zij vonden van de nieuwe werkwijze.
Resultaten van het onderzoek laten zien dat met de nieuwe werkwijze vaker en eerder zorgen worden gesignaleerd met betrekking tot de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen. Dit kunnen factoren zijn bij het kind zelf, zoals weinig contact maken met anderen, maar ook factoren in de directe omgeving van het kind. Artsen en verpleegkundigen van de consultatiebureaus waardeerden de oplossingsgerichte manier van werken als positief en ook ouders waren tevreden. De onderzoekers vonden geen verschil tussen beide regio’s voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen van 18 maanden.
Het onderzoek werd uitgevoerd in samenwerking met Icare Jeugdgezondheidszorg (JGZ). De resultaten worden tijdens een symposium op 29 november in het UMCG gepresenteerd.
© Nationale Zorggids