Huisarts overschreed dosis morfine honderd keer
(Novum) – De huisarts uit Tuitjenhorn die zelfmoord pleegde nadat hij op non-actief was gesteld na de dood van een terminaal zieke patiënt heeft die patiënt honderd keer de reguliere dosis morfine gegeven. De 59-jarige kankerpatiënt kreeg duizend milligram morfine ingespoten. Dat staat in documenten die zijn vrijgegeven door de inspectie, die vindt dat de man ‘in ernstige mate tekort is geschoten’.
Ook kreeg de patiënt ruim twintig keer de normale dosis van het slaapmiddel dormicum toegediend. De terminaal zieke man uit Schagen overleed ongeveer een halfuur later, blijkt vrijdag uit informatie die de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) heeft vrijgegeven.
De terminaal zieke patiënt had in juni een euthanasieverklaring ondertekend, maar gaf in augustus toen hij thuiskwam om daar te sterven aan dat hij had gekozen voor palliatieve sedatie. De huisarts had de patiënt op de dag dat die stierf volgens de echtgenote van de man uit Schagen zo’n vijf weken niet gezien, mede door zijn vakantie.
De huisarts verklaarde later zich wezenloos te zijn geschrokken toen hij de patiënt zag. De patiënt, die tot stikkens toe benauwd zou zijn geweest, gaf aan dat hij pijn had en vroeg de huisarts hem te helpen.
Een morfine- en dormicumpomp aanleggen zou gezien de levensverwachting van de man te lang duren. De huisarts zou het gevoel hebben gehad dat iets moest gebeuren en dat er te weinig tijd was om ‘allerlei procedures’ te volgen.
De huisarts heeft vervolgens, omdat hij de situatie niet meer humaan vond en de situatie van de patiënt als ondraaglijk en uitzichtloos inschatte, besloten de man een bovenmatige hoeveelheid morfine en dormicum toe te dienen. Hij nam dat besluit echter zonder onder meer een goed lichamelijk onderzoek te verrichten en hield erbij geen rekening met het tot op dat moment gehanteerde medische beleid en het effect dat dit op de patiënt had gehad.
Met de coassistent reed de huisarts naar de praktijk om de medicatie te halen. Toen de coassistent zag hoeveel medicatie de huisarts in wilde spuiten, weigerde ze hem verder te helpen met de voorbereidingen.
Weer terug in Schagen gaf de huisarts geen uitleg aan de patiënt, zijn echtgenote of de aanwezige thuiszorgmedewerker van wat hij toe wilde dienen. Tegen de thuiszorgmedewerker, die vragen stelde over de hoeveelheid middelen die hij wilde toedienen, zei hij dat hij de middelen had verdund. Dat deed hij volgens de IGZ om de hoge dosering op dat moment niet te hoeven bespreken.
Vijf minuten na toediening vertrok de huisarts met de coassistent. Nadat de man was overleden, gingen zij echter weer terug naar de woning van de patiënt, waar de huisarts een verklaring van natuurlijk overlijden afgaf.