Opticien verdacht van grootschalige declaratiefraude

Verschillende zorgverzekeraars zouden honderden onterechte declaraties hebben ontvangen van failliete opticien Paul P. Hij stuurde hen declaraties voor brillen die nooit zijn gekocht. ONVZ deed eigen onderzoek en CZ, Delta Lloyd en OHRA gingen gezamenlijk op onderzoek uit. Van de 236 ingediende declaraties, bleek 60 procent vals te zijn. Het Openbaar Ministerie (OM) gaat ook achter de 41-jarige fraudeur aan voor oplichting en faillissementsfraude. Eis: één jaar cel, waarvan zes maanden voorwaardelijk. Dit meldt RTV Utrecht.

Tussen 2014 en 2017 kregen verschillende brildragers van hun verzekeraar te horen dat hun maximale vergoeding al was bereikt toen zij een nieuwe wilden kopen. De vergoeding zou al zijn verbruikt door een aanschaf in de optiek van P.. Uit onderzoek blijkt echter dat deze mensen de optiek niet eens kenden en er dus ook geen bril geleverd hadden gekregen.

Op verzoek van klanten

P. weerspreekt de conclusie dat 60 procent van zijn declaraties onterecht waren. Hij noemt het onderzoek van de zorgverzekeraars sturend. Zo zou een vrouw wier kinderen helemaal geen bril droegen, hebben gevraagd om wel op hun namen te declareren. P. declareerde soms ook een bril deels in december en deels in januari. Klanten zouden hem hiertoe hebben verzocht. Alle zelfstandige opticiens doen dit, stelt de man. Ook is het volgens hem helemaal niet mogelijk om te declareren zonder dat klanten hiervan op de hoogte zijn, omdat hiervoor een BSN en verzekeringsnummer nodig zijn. De officier van justitie beschuldigt P. van het inschakelen van een marketingbureau voor een lijst met contactpersonen waar hij zijn declaraties voor zou gebruiken.

Persoonlijk en zakelijk failliet 

De opticien is in april 2018 persoonlijk failliet verklaard en een jaar later volgde zijn bedrijf. Volgens het OM heeft de man te weinig geadministreerd, gaf hij de huurinkomsten van zijn huis niet op na het bankroet en heeft hij ook nog eens twee mogelijke huurders om de tuin geleid. Beiden zouden zijn huis willen huren en maakten hiervoor 3.000 euro borg over. Vervolgens hoorden de potentiële huurders niks meer van hem. P. zegt hier niks mee te maken hebben en dat dit zijn ooms zaken waren. Het geld kwam immers één keer op de zakelijke rekening van P.’s oom en hij deed ook de rondleidingen.

Op 28 mei volgt een uitspraak door de rechter. Die stelt dan het vonnis vast en laat dan ook weten of P. het geld moet teruggeven aan de potentiële huurders.

Door: Nationale Zorggids / Johanne Levinsky