Het jaar 2010 is zowel voor de pensioenfondsen als voor haar deelnemers een achtbaan geweest. Van herstel naar grote dieptenen weer een veilige haven in een jaar is misschien ook wel wat veel.
Belangrijker nog dan pensioenen lijkt in 2010 de dekkingsgraad van de pensioenfondsen. De dekkingsgraad bepaald de mate waarin de pensioenfondsen aan hun verplichtingen kunnen voldoen. Die dekkingsgraad wordt berekent met het resultaat van beleggingen en de rekenrente. In de eerste helft van 2010 daalde de rekenrente naar historisch lage waarden.
Veel pensioenfondsen kwamen door de lager rente in gevaarlijk vaarwater terecht waarbij de pensioenen van de werknemers die nog pensioen opbouwden in direct gevaar kwam. De pensioenfondsen hadden minder geld in kas dan ze in de in de toekomst nodig zouden hebben om iedereen zijn pensioen uit te kunnen keren.
Bovenop de lage rekenrente kwam nog eens de hoge levensverwachting die extra druk op de pensioenreserves zette. Immers, iemand die langer leeft moet ook langer pensioen ontvangen.
Toch lijken de pensioenfondsen en hun dekkingsgraad gered. De rekenrente stijgt weer. Experts verwachten dat het grootste gedeelte van de pensioenfondsen aan de eisen van hun herstelplan kunnen voldoen. Alleen de zeven pensioenfondsen die eerder aangaven te moeten korten, gaan door met die actie met directe gevolgen voor 50.000 deelnemers.
Vorige week meldde we al dat het grootste pensioenfonds van ons land, het ABP waarschijnlijk weer in de veilige zone van 105 procent terecht is gekomen. Het tweede pensioenfonds van ons land, Zorg en Welzijn zegt over een dekkingsgraad van 108 procent te beschikken.
Bron: Plusonline