Kinderen en jongeren kunnen een halfuur tot drie kwartier bij de praktijkondersteuner terecht voor een gesprek. Er zijn geen wachtlijsten en een POH Jeugd weet precies naar welke instanties hun patiënten doorverwezen kunnen worden als dat nodig is. Van Dijk stelde in 2018 als eerste huisarts in Borger-Odoorn een POH Jeugd aan in haar praktijk in Nieuw-Buinen. Huisartsen zijn opgeleid om door te verwijzen naar de ggz, maar bij lichtere zorgvarianten is dat lang niet altijd nodig en zijn er alternatieven. Maar daar weten huisartsen niet altijd iets vanaf en praktijkondersteuners wel. “Trainingen van een welzijnsorganisatie moet je ook maar net weten”, zegt praktijkondersteuner Titia Neef.

Neef spreekt iedere middag zo’n vier tot vijf kinderen, met bijvoorbeeld een depressie of suïcidale gedachten, met kinderen die last hebben van de scheiding van hun ouders of met ouders die autisme of ADHD vermoeden bij hun kind. In de helft van de gevallen geeft zij en doorverwijzing af, maar vaak zijn een paar gesprekken genoeg.

Doorverwijzing vaak niet nodig

Jeugdhulpinstanties Accare, Molendrift, Karakter en Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie hebben tussen 2017 en 2019 onderzoek gedaan naar de invulling van de functie POH Jeugd. Jeugdhulp bij de huisarts kan 41 procent van de jongeren genoeg hulp bieden, blijkt hieruit. Een doorverwijzing is dan niet nodig. In 60 tot 70 procent van de gevallen zijn ongeveer vier gesprekken genoeg om de problemen op te lossen of voldoende handvatten te geven om daarmee aan de slag te gaan.

Kostenbesparing

Ook bespaart een POH Jeugd geld. Vier gesprekken in de huisartsenpraktijk kosten 400 euro en in de jeugdhulp zijn er startbedragen van 2.500 euro. “En voor je het weet heb je een looptijd van meer dan zes maanden, nadat je al vier maanden op de wachtlijst stond”, aldus bestuurder Maarten Wetterauw van jeugdhulpaanbieder Molendrift.

Door: Nationale Zorggids / Johanne Levinsky