Oscar van Oorschot: ‘Problemen pgb hadden al lang opgelost moeten zijn’
Sinds het begin van dit jaar zijn er problemen rond het uitbetalen van de persoonsgebonden budgetten (pgb’s). Honderden zorgverleners hebben hun geld niet op tijd gekregen van de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Dat leidde tot erg veel onrust onder de gedupeerden. Mogelijk krijgen zij een vergoeding, want de kantonrechter in Amsterdam bepaalde in juni dat een zorgverlener uit Friesland recht heeft op een wettelijke verhoging van 25 procent van de SVB omdat zij te laat haar geld ontving. Advocaat Oscar van Oorschot zag daarin kansen en richtte de Stichting PGB Schadeclaim op, waar gedupeerden zich kunnen melden. De Nationale Zorggids sprak daarom uitgebreid met Oscar van Oorschot, tevens voorzitter van de stichting, over zijn plannen en verwachtingen rondom de problemen met de uitbetalingen van de pgb’s.
De stichting PGB Schadeclaim zet zich in voor zorgverleners die te laat hun geld hebben ontvangen door de problemen bij de SVB. Zij zijn van mening dat het geen zin heeft om individueel te gaan procederen tegen de overheid, maar collectief is er wel kans op succes. De uitspraak die de kantonrechter in Amsterdam deed is namelijk ‘baanbrekend’, stelt de 48-jarige Van Oorschot. De rechter bepaalde namelijk dat de taken van de SVB zo omvangrijk zijn, dat de relatie tussen de SVB en de zorgverleners gezien moet worden als een werkgever-werknemer relatie. Omdat de wet voorschrijft dat een werkgever een verhoging moet betalen bij te laat uitbetalen, is de rechter van mening dat de SVB dit ook moet doen aan de zorgverlener uit Friesland. Dus 25 procent over het maandloon, voor iedere maand dat er te laat is uitbetaald. De rechter had zelfs tot een wettelijke verhoging van 50 procent kunnen besluiten. “Een rechter weet dat hij in een kort geding altijd wat voorzichtig moet zijn”, legt van Van Oorschot uit. “Hij moet naar redelijkheid en billijkheid matigen.”
Samen met collega Eric van der Goot, die de zorgverlener uit Friesland bijstond, riep Van Oorschot andere gedupeerden op om zich te melden bij de stichting. Aan die oproep werd massaal gehoor gegeven, want een kleine week na de oprichting in juni had de stichting al bijna 2000 aanmeldingen. Zorgverleners en pgb-houders hebben nu hun hoop gevestigd op de stichting, die namens hen om tafel gaat met het ministerie van Volksgezondheid. De stichting wil echter niet gaan procederen tegen de overheid, maar tot een regeling komen waar zowel de overheid als de zorgverlener mee kunnen leven. Van Oorschot: “Ons voorstel is: probeer samen tot een regeling te komen. Wij zorgen voor het aanleveren van dossiers. Zie ons als een toegangsloket tot de SVB. Wij komen één keer in de twee weken samen met de SVB en controleren of de gegevens kloppen. Na een paar maanden werk is alles achter de rug, in plaats van jarenlange procedures.”
Die regeling is er nog niet, want de SVB is in een hoger beroep gegaan tegen de uitspraak van de kantonrechter en zet in op een lager percentage. Van Oorschot kan zich daar wel iets bij voorstellen. “Deze uitspraak is rechtsbepalend. De rechter heeft bepaald dat de particuliere zorgverlener een dienstverband heeft met de SVB. Althans, dat de regeling van compensatie is toegepast. Wat dat betreft begrijp ik dat de SVB in hoger beroep is gegaan, maar in het parlementaire debat hebben de SP en GroenLinks gezegd: trek dat hoger beroep nou in en ga met de Stichting PGB Schadeclaim in gesprek. Wij willen dolgraag om tafel met het ministerie van Volksgezondheid om in het kader van de rechterlijke uitspraak en in het kader van de wensen van staatssecretaris Van Rijn tot overeenstemming te komen. Het zou geen goede zaak zijn als Van Rijn bijvoorbeeld vier procent biedt en de rechter in het hoger beroep beslist dat de verhoging op 25 procent of hoger uitkomt. Dan ontstaat er weer grote onrust onder alle gedupeerden. Het gaat ons om een soepele redelijke regeling, die snel wordt uitgevoerd in plaats van een magere trage regeling met allerlei uitvoeringsproblemen.”
Van Oorschot verwacht dat het ministerie de wettelijke rente wil verstrekken, omdat er volgens het ministerie sprake is van vertraging van een geldsom. “De wettelijke rente is net 2 procent. Als er andere schade is geleden, zal je dat materieel moeten aantonen. Dan moet dus elke zorgverlener een formulier gaan invullen met allemaal bewijsstukken erbij. Dan wordt dat toegewezen of naar beneden bijgesteld. Tegen dat besluit kan je vervolgens weer in beroep gaan, maar wij vinden dat het niet die kant op moet gaan. Dan wordt het een jarenlange en zeer kostbare uitvoering.”
De stichting heeft op 30 juli een eerste gesprek gehad met het ministerie van Volksgezondheid. Tijdens dat gesprek hebben het ministerie en de Stichting PGB Schadeclaim elkaars standpunten aangehoord. Het ministerie heeft laten weten dat zij bezig is met de contouren van een schaderegeling. Afgesproken is dat de stichting ook de contouren maakt van wat zij denken dat passend is. Volgens Van Oorschot vindt het ministerie dat de discussie van te late betaling tussen de zorgverlener en de budgethouder (de hulpbehoevende) moet plaatsvinden, maar daar is hij het absoluut niet mee eens. “Als geld een item wordt dan tast dat ook de relatie aan tussen de zorgverlener en de budgethouder. Dat heeft de rechter aangevoeld. Het zou onbegrijpelijk zijn als de zorgverlener naar de budgethouder moet gaan en dat de budgethouder van zijn spaargeld de zorgverlener een compensatie moet betalen door de te late betaling, terwijl de schuld daarvan bij de SVB ligt.”
De overheid moet ook naar zichzelf kijken als de zaken niet op orde zijn, vindt Van Oorschot. “Als de overheid wat verkeerd doet dan probeert ze aansprakelijkheid te ontkennen, als de burger wat verkeerd doet dan krijgt hij meteen een klap van de overheid”, aldus de voorzitter, die voor deze zaak zelf niet in de rechtszaal zal staan. “De overheid moet de burger dan ook compenseren. De zorgverleners hebben slapeloze nachten als zij hun geld niet krijgen, vooral als zij een gezin en een hypotheek hebben. Dat component wordt op geen enkele wijze door de overheid erkend. Ze willen wel hun excuses aanbieden maar in dit geval gaat het puur om geld.”
Gedupeerden vragen zich af wanneer zij duidelijkheid kunnen verwachten. Het pleidooi van het hoger beroep dient op 23 september en vier weken daarna zal het gerechtshof uitspraak doen. Het ministerie heeft spoedappèl aangetekend, dus het gaat sneller dan normaal. Het komt er dus op neer dat er ergens in oktober duidelijkheid zal komen. Van Oorschot vindt dat deze problemen al lang opgelost hadden moeten zijn. Mochten de SVB en de Stichting PGB Schadeclaim het niet eens worden, dan gaat de stichting zich beraden op wat zij daarna gaat doen. “Wij zijn absoluut geen agressieve partij of cowboys op juridisch gebied, het tegendeel is waar”, zegt de voorzitter. “We willen alles zorgvuldig, objectief en goed doen. We gaan ook niet protesteren of iets dergelijks. Mocht de uitspraak geen stand houden, dan kan ik me voorstellen dat wij in cassatie gaan. De cassatierechter stelt vervolgens vast of de lagere rechter het recht correct heeft toegepast. Maar er moet denk ik wel heel wat gebeuren wil het gerechtshof tot een ander oordeel komen dan de kantonrechter in Amsterdam.”
Van Oorschot is ook de initiatiefnemer van Stichting Meldpunt Gifverf, CBR Claim en Windpark Claim en heeft dus ervaring op het gebied van collectieve acties. “Ik ben al twintig jaar advocaat en vind het leuk om eens wat anders te doen dan alleen maar zitten aan de zaken”, legt hij uit. Hij zegt dat dit concept werkt, omdat je met een grote groep mensen veel verder komt dan wanneer je alleen strijdt tegen de overheid. Mensen hoeven daarnaast geen advocaatkosten te betalen. De stichting vraagt twintig procent van het eventuele uitgekeerde bedrag, want volgens de advocaat wil zijn stichting alleen uit de kosten komen. “Ik wil nogmaals benadrukken dat wij er puur voor de zorgverlener zijn.”
Op dit moment hebben iets meer dan 3000 gedupeerden zich gemeld bij de stichting. Er zijn echter tienduizenden zorgverleners, dus het aantal aanmeldingen kan nog flink groeien. Veel van deze gedupeerden hebben het vertrouwen in Van Rijn verloren en zouden het liefst zien dat hij opstapt. De Tweede Kamer dreigde ook het vertrouwen in hem te verliezen, maar na meerdere debatten waarin hij stevige kritiek van de oppositie kreeg, mocht Van Rijn aanblijven. Maar is Van Rijn nog wel de juiste man om deze problemen op te lossen? “Daar wil ik niet over oordelen”, zegt Van Oorschot. “Ik ben niet iemand die mensen afrekent op fouten. Ik denk dat Van Rijn een uitstekende staatssecretaris is. Ik vind dat hij erg goed kan debatteren en met zijn uitstraling straalt hij gezag uit. Maar het enige wat Van Rijn doet is beloven dat er een passende regeling komt. Alleen dat belooft hij al vier à vijf maanden. Ik heb geluiden gehoord dat het nog steeds niet goed gaat.”
© Nationale Zorggids / Frank Molema