Veel Nederlanders hebben te weinig kennis van de gevolgen van een slechte nachtrust. Dat blijkt uit een onderzoek van de Hersenstichting, die de kennis, houding en het gedrag van mensen op het gebied van slaap heeft onderzocht. De Hersenstichting publiceerde de uitkomsten van het onderzoek voorafgaand aan de Nationale Slaapweek van 16 tot en met 21 maart.
De Hersenstichting peilde de opinie van 1036 respondenten van dertig jaar of ouder. Volgens de uitkomsten van het onderzoek legt de helft van de respondenten het verband tussen een goede slaap en een verminderde kans op hart- en vaatziekten. Slechts een kwart legt een verband met de kans op dementie. Daar staat tegenover dat bijna alle respondenten denken dat een goede nachtrust kan bijdragen een beter geheugen en concentratievermogen.
Bijna een kwart van de mensen slaapt onvoldoende (minder dan 6 uur). Zij geven hun slaap een beduidend lager rapportcijfer - namelijk gemiddeld een 5,5 - dan de mensen die voldoende slapen, gemiddeld een 7,4. Daarbij vinden mensen die onvoldoende slapen een vast slaapritme minder belangrijk dan eenvoudig in slaap vallen of doorslapen in de nacht. Mensen die voldoende slapen hechten meer aan een vast slaapritme.
Wetenschappers zijn het erover eens dat slaap een eerste levensbehoefte is. Slecht slapen kan op de korte termijn leiden tot geheugen- en concentratieproblemen. Op langere termijn vergroot slechte slaap het risico op angsten en depressie, hart- en vaatziekten en dementie. Wanneer iemand niet voldoende slaapt, belemmert dat het gezond functioneren van de hersenen met alle gevolgen van dien, bijvoorbeeld bij deelname aan het verkeer. De Hersenstichting vindt het van noodzakelijk belang dat de mensen de juiste kennis hebben en ook toepassen. De komende jaren gaat de stichting zich hiervoor inzetten.
© Nationale Zorggids
